Spelling algemeen - les 1.8 leestekens + ch

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 10 min.)
  • Lessonup - uitleg  (10 min.)
  • methode in werkboek A: spelling 1.8 - (15 min.)
  • Lessonup - exit ticket -  (5 min.)

Slide 4 - Tekstslide

Spelling algemeen

Slide 5 - Tekstslide

doelen spelling algemeen
  • punt, komma, vraagteken, uitroepteken
  • directe rede; dubbele punt, aanhalingstekens
  • meervoud znw ieën – iën – eën
  • hoofdletters
  • samenstellingen
  • verkleinwoorden
  • dicteewoorden: ch – sj – th / t
 





Slide 6 - Tekstslide

1.8 spelling
Lesdoel:

  • leestekens gebruiken (herhalen)
  • directe rede - dubbele punt en aanhalingstekens
  • woorden met ch

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk lezen
H = begin van de zin óf naam
, = pauze in de zin
Jan dit boek is leuk.
Vind jij dat ook Marie?
Zeker!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Directe of indirecte rede:

Mijn moeder zei: "Ik ben zo trots op jou!"
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 17 - Quizvraag

Directe of indirecte rede:
De juf zegt dat je je spullen op moet ruimen.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 18 - Quizvraag

Directe of indirecte rede?
Jan vertelde gisteren dat hij naar de tandarts moest.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de directe rede:
Hij zegt dat Jan bang is.

Slide 20 - Open vraag

zet de zin in de directe rede :
Zij riep hem nog na dat hij zijn tas was vergeten

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Maken: spelling les 1.8 -  opd. 5 t/m 8
                                                                       
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf de zin in de directe rede.
Begin de zin met Anna.

Anna zei dat ze de les af heeft.


Slide 24 - Open vraag

Schrijf de zin in de directe rede.
Begin met directe rede.

Anna zei dat ze de les af heeft.


Slide 25 - Open vraag

Afsluiting
  • Huiswerk: les 1.8 opd. 5 t/m 8 af
  • Volgende les: les 2.8 - meervoud znw

Slide 26 - Tekstslide


jeroen zit in de kantine

Slide 27 - Open vraag