Wat zijn de kenmerken van de marktvorm oligopolie?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Weinig aanbieders, homogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat zijn de kenmerken van de marktvorm oligopolie?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Weinig aanbieders, homogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product
Slide 1 - Quizvraag
De marktvorm die bij arbeidsmarkt hoort is
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Volkomen concurrentie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke marktvorm(en) zijn er veel aanbieders?
A
Oligopolie en Monopolie
B
Volkomen concurrentie en Oligopolie
C
Monopolie en Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie en Monopolistische concurrentie
Slide 3 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 4 - Quizvraag
Deze marktvorm kent slechts één aanbieder. Hier is sprake van de volgende marktvorm:
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Polypolie of volledige mededinging
Slide 5 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 6 - Quizvraag
Wat voor een marktvorm past bij de bloemenveiling?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 7 - Quizvraag
Marktvormen met prijszetting zijn....
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 8 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 9 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 10 - Quizvraag
De marktvorm volkomen concurrentie ...
A
bestaat uit vier verschillende markten
B
komt in de praktijk veel voor
C
heeft heterogene producten
D
heet ook wel volledige mededinging
Slide 11 - Quizvraag
De aanbieders op de marktvorm monopolie ...
A
zijn volledig vrij in het bepalen van hun prijs
B
bieden een heterogeen product aan
C
zijn hoeveelheids-aanpassers
Slide 12 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie
Slide 13 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie
Slide 14 - Quizvraag
Welke marktvorm?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel marktvormen zijn er?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 17 - Quizvraag
Olie, welke marktvorm?
A
Monopolie
B
Homogeen Oligopolie
C
Heterogeen Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 18 - Quizvraag
Heterogeen oligopolie:
A
is een marktvorm met één aanbieder en een uniek product.
B
is een marktvorm met enkele aanbieders (en veel vragers) en een ongelijksoortig product
C
is een marktvorm met enkele aanbieders (en veel vragers) en een gelijksoortig product
D
is een marktvorm met heel veel aanbieders en een gelijksoortig product.
Slide 19 - Quizvraag
Twee beweringen over homogeen/heterogeen oligopolie.
I. Bij heterogeen oligopolie kan beter op prijs geconcurreerd worden dan bij homogeen oligopolie. II. Bij heterogeen oligopolie hebben de bedrijven meer voordeel van een kartel dan bij homogeen oligopolie.
A
Beide zijn goed
B
1 is goed en 2 is fout
C
1 is fout en 2 is goed
D
Beide zijn fout
Slide 20 - Quizvraag
bij een oligopolie heb je:
A
veel aanbieders, veel afnemers
B
weinig aanbieders, veel afnemers
C
weinig aanbieders, weinig afnemers
D
weinig klanten, veel afnemers
Slide 21 - Quizvraag
monopolistische concurrentie betekent...
A
veel vragers, veel aanbieders, heterogeen product
B
veel vragers, veel aanbieders, homogeen product
C
veel vragers, weinig aanbieders, homogeen product
D
veel vragers, weinig aanbieders, heterogeen product
Slide 22 - Quizvraag
Bij monopolistische concurrentie zijn er veel aanbieders.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
wat is GEEN kenmerk van de monopolistische concurrentie?
A
Veel aanbieders
B
Zowel homogeen als heterogeen goed
C
vrije toetreding
D
niet transparant
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen monopolistische concurrentie
A
Cafés
B
Restaurants
C
Webwinkels
D
Snackbar
Slide 25 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van een monopolistische concurrentie?
A
Een beperkt aantal aanbieders van homogene producten
B
Een groot aantal aanbieders van homogene producten
C
Een groot aantal aanbieders van heterogene producten
D
Een beperkt aantal aanbieders van heterogene producten