Großbuchstaben

• Duits
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1,2

Willkommen zum Deutschunterricht!

Was machen wir heute?

Huiswerk controleren-boek

Herhaling: hoofdletters, persoonlijke, vraagwoorden voornaamwoorden, -laptop

Gentiaan College kwaliteitsonderzoek -laptop

Huiswerk af?

oefening vraagwoorden:

Schritt 4, Seite (bladzijde ) 38, Aufgabe 4

oefening persoonlijk voornaamwoorden:

Schritt 8, Seite 65, Aufgabe 2 A+B

Großbuchstaben

Lernziel

Ich weiß, welche Wörter ich mit Großbuchstaben schreiben muss.

Ik weet welke woorden ik met hoofdletter moet schrijven.

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

Wanneer een hoofdletter:

1. Begin van een zin. 

2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 

3. Zelfstandige naamwoorden. 

4. Alle u- en uw-vormen

Het zelfstandig naamwoord

Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord (de, het of een) zetten, Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zin:  

Ik heb onze fietsen schoongemaakt.

"fietsen" is een zelfstandig naamwoord (de fietsen)

Fragen?

Quiz

12 Fragen

Großbuchstaben oder nicht?

Wel of geen hoofdletter?

1. Max
2. max

Wel of geen hoofdletter?

1. die mutter
2. die Mutter

Wel of geen hoofdletter?

1. machen
2. Machen

Wel of geen hoofdletter?

1. der junge
2. der Junge

Wel of geen hoofdletter?

1. Deutschland
2. deutschland

Wel of geen hoofdletter?

1. der schreibtisch
2. der Schreibtisch

Wel of geen hoofdletter?

1. fenster
2. Fenster

Wel of geen hoofdletter?

1. woerden
2. Woerden

Wel of geen hoofdletter?

1. wohnen
2. Wohnen

Wel of geen hoofdletter?

1. bett
2. Bett

Wel of geen hoofdletter?

1. schrank
2. Schrank

Wel of geen hoofdletter?

1. tür
2. Tür

Wel of geen hoofdletter?

1. heißen
2. Heißen

Wel of geen hoofdletter?

1. das sofa
2. das Sofa

Wel of geen hoofdletter?

1. Ich heiße Peter.
2. ich heiße peter.

Lernziel erreicht?
Ich weiß, welche Wörter ich mit Großbuchstaben schreiben muss.

😒🙁😐🙂😃

Vraagwoorden

Het vraagwoord

Vraagwoorden
Hoe vertaal je HOE in het DUITS?
Hoe heet je?

1. wer
2. wo
3. wann
4. wie

Welk vraagwoord?
________ beginnt der Sommer?

1. wann
2. warum
3. wie
4. wo

vraagwoord: ...........Telefoonnummer hast du?

1. was
2. welche
3. warum
4. wann

Welk vraagwoord?
________ heißt sie?

1. wo
2. wie
3. wer
4. wann

Welk vraagwoord?
________ spät is es?

1. wie
2. welche
3. was
4. warum

Welk vraagwoord?
_________ beginnt der Sommer?

1. wo
2. wann
3. warum
4. wie

Wat betekent het vraagwoord 'was'?
Was machst du?

1. wanneer
2. waar
3. wat
4. waarheen

Wat betekent het vraagwoord 'wie'?
Wie geht's dir?

1. wie
2. hoe
3. wat
4. waar

Ik kan de vraagwoorden vertalen naar het Duits

1. Ja, allemaal
2. Bijna allemaal
3. Nee, ik moet ze nog goed leren

Waarvoor staat de ezelsbrug IDEWIS?

IDEWIS

Ich
Du
Er/sie/es
Wir
Ihr
Sie/sie

(jullie) seid toll!

1. wir
2. ihr

Wo bist (jij)

1. du
2. es

(hij) ist nett

1. er
2. sie
3. es

namen vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

Van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord:

Sabina wohnt
Sabina is hetzelfde als...

1. du
2. er
3. sie
4. es

Opa ist alt
Opa is hetzelfde als...

1. er
2. sie
3. es
4. ich

Ich, Kim und Sabine essen
Ich, Kim und Sabine zijn hetzelfde als..

1. ihr
2. wir
3. sie

Leerdoel bereikt?
Ik kan persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Hausaufgaben:

Schritt 5 (Seite 42)

Aufgabe 1 A+B

Aufgabe 2 A+B

Schritt 6 (Seite 49)

Aufgabe 1 A+B

Augabe 3

Gentiaan College kwaliteitsonderzoek

1. Ga naar: www.devragenlijst.nl/kvso

2. De inlogcode is: EA3K53

Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer 10 minuten. 

Je vult in voor: Laura Auer

Bis zum nächsten Mal