In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
hst 7.1 "Het deeltjesmodel"
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Introductie
filmpje van Kernpunt
stofeigenschappen
moleculen & atomen
deeltjesmodel
fase-overgangen
stoffen veranderen
aan de slag
Slide 3 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord: Deeltjesmodel
Slide 4 - Woordweb
filmpje kernpunt
bekijk dit filmpje vanaf 7:40
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Iedere stof
heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen!
Slide 7 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Om een stof te herkennen kijk je welke eigenschappen die stof heeft.
Er bestaan geen verschillende stoffen die precies dezelfde eigenschappen hebben.
Als er maar 1 stofeigenschap anders is, gaat het om een andere stof!
Slide 8 - Tekstslide
Welke stofeigenschappen zijn er?
Voorbeelden van stofeigenschappen:
kleur
geur
smaak
fase bij kamertemperatuur
(vast, vloeibaar of gasvormig)
brandbaarheid
smeltpunt en kookpunt
geleiding
dichtheid
wel of niet magnetisch
Slide 9 - Tekstslide
Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Vorm is geen stofeigenschap!
Stoffen kunnen in meerdere vormen voorkomen.
Voorbeeld: water
water in vaste vorm: ijsklontje
water in vloeibare vorm: in een glas
water in gasvorm: waterdamp
Maar het blijft water!
Slide 11 - Tekstslide
Moleculen als bouwstenen
Waar bestaan stoffen uit?
Alle stoffen bestaan uit moleculen.
Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof heeft.
Als je een molecuul nog verder gaat bekijken bestaat het uit atomen.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld molecuul en atomen
Water ( ) bestaat uit watermoleculen.
Watermoleculen bestaan uit twee soorten atomen, waterstof (H) en zuurstof (O).
Een watermolecuul bestaat uit 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom
H2O
Slide 13 - Tekstslide
De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Het deeltjesmodel
Wordt gebruikt om stofeigenschappen en verschijnselen beter te begrijpen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Iedere stof heeft zijn ................. moleculen.
A
eigen vorm
B
eigen soort
C
eigen grootte
D
eigen organisatie
Slide 17 - Quizvraag
Welke eigenschappen hebben de moleculen volgens het deeltjesmodel? – De moleculen van een stof .............. – De moleculen van een stof .............. – De moleculen van een stof .............. vul in wat op de puntjes hoort te staan.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan
Slide 21 - Quizvraag
Fasen van stoffen
Slide 22 - Tekstslide
vaste stof
Heeft een eigen volume.
Heeft een eigen vorm.
De deeltjes liggen steeds op dezelfde plaats, bewegen een heel klein beetje.
Moleculen trillen zacht
Ze trekken elkaar sterk aan.
Er is weinig ruimte tussen de deeltjes.
Slide 23 - Tekstslide
vloeistof
Heeft een eigen volume.
Heeft geen eigen vorm.
De deeltjes bewegen door elkaar heen.
De deeltjes trekken elkaar een beetje aan.
Moleculen trillen een beetje
Er is een beetje ruimte tussen de deeltjes.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan
Slide 26 - Quizvraag
gas
Heeft geen eigen volume.
Heeft geen eigen vorm.
De deeltjes bewegen op hoge snelheid door elkaar.
Ze trekken elkaar bijna niet aan.
Moleculen trillen heel veel
Er is heel veel ruimte tussen de deeltjes
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
In een gas bewegen de moleculen
A
Heel snel
B
Heel langzaam
Slide 29 - Quizvraag
1
3
2
4
4
4
4
4
4
Vast
Gas
Vloeibaar
Smelten
Stollen
Verdampen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen
Slide 30 - Sleepvraag
In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel
Slide 32 - Quizvraag
Noem 4 kenmerken van het deeltjesmodel?
timer
5:00
Slide 33 - Open vraag
Stoffen veranderen
Bij een fase ovegang veranderen de moleculen niet.
Wanneer moleculen wel veranderen spreek je an een chemische reactie.
Slide 34 - Tekstslide
Chemische reacties
Stel je steekt je kruk in de fik. Het hout zal gaan branden en je houdt as over. Dit is een voorbeeld van een chemische reactie.
Bij een chemische reactie verdwijnen je beginstoffen (hout) en ontstaan er nieuwe reactieproducten (as)
Slide 35 - Tekstslide
Reactieschema's
beginstoffen -> eindproducten
voorbeeld verbranding aardgas
methaan + zuurstof -> koolstofdioxide + water
Slide 36 - Tekstslide
Natuurkunde of scheikunde?
Scheikunde gaat over onomkeerbare veranderingen (bijvoorbeeld een chemische reactie)
Natuurkunde gaat over omkeerbare veranderingen (bijvoorbeeld fase overgangen)
Slide 37 - Tekstslide
Natuurkunde en scheikunde gaan over .............. Natuurkunde gaat over .............. veranderingen. Scheikunde gaat over .............. veranderingen. Vul in wat op de puntjes hoort te staan.