H1L20 - 3HD 3VE - Dinsdag 10 oktober - Grammatica zinsdelen 1.7

Welkom 3HD / 3VE







: )


Planning van dit uur

  • 10 minuten stillezen
  • Klassikaal oefenen
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 





Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het naamwoordelijk gezegde is;
  • heb je de vaste stappen van zinsontleding herhaald. 
timer
10:00
Zoek een eigen plek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3HD / 3VE







: )


Planning van dit uur

  • 10 minuten stillezen
  • Klassikaal oefenen
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 





Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het naamwoordelijk gezegde is;
  • heb je de vaste stappen van zinsontleding herhaald. 
timer
10:00
Zoek een eigen plek

Slide 1 - Tekstslide

Klassikaal oefenen
(havo opdracht 1 - zin a)


Waarom maken we in Europa eigenlijk grappen op 1 april? 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
timer
5:00
Wat
Havo: kijk zelfstandig na (opdracht 1 van 1.7 Grammatica) 
Vwo: kijk zelfstandig na (opdracht 1 van 1.7 Grammatica )
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 3 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Havo: maak opdracht 11 + 13 van 1.5 Woorden 
Vwo: maak opdracht 12 t/m 14 + 16 van 1.5 Woorden
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs 
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar
Oefen met de woordtrainer (online, Talent)

Slide 4 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Zij | is | blij


    o            ng          ng
                     koppelwerkwoord        naamwoordelijk deel 
SAMEN: naamwoordelijk gezegde

Slide 5 - Tekstslide

In de vorige zin was het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord (zij is blij).

Wat voor soort woord kan het naamwoordelijk deel nog meer zijn?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel

Slide 6 - Quizvraag

Naamwoordelijk gezegde
                 dierenarts 
                 gelukkig .


Koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen)
    o   ng          ng
zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord
Zij | is |

Slide 7 - Tekstslide

Trucje


Werkwoordelijk gezegde                          Naamwoordelijk gezegde

Wat is de kern van de zin?

doet het onderwerp iets                                 of                               is het onderwerp iets? 



Hij zingt op de fiets.                                                               Hij is sportief geworden. 
             kern = werkwoord                                                                               kern = naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Je wordt misschien kribbig tegen je ouders, broers en zussen.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quizvraag

                   Individueel werken 
timer
0:30
Wat
Havo: maak 2 t/m 9 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek)
Vwo: maak 2 t/m 8 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek)
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze stof komt terug op de toets
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 10 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt herhaald wat het naamwoordelijk gezegde is;
  • hebt de vaste stappen van zinsontleding herhaald. 

Huiswerk 
  • Havo: maak 2 t/m 9 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek)
  • Vwo: maak 2 t/m 9 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek)

Slide 11 - Tekstslide