H1L19 - 3HD 3VE - Vrijdag 6 oktober - Dia Tekst

Welkom 1THE : )

Planning van het eerste uur én het tweede uur
  • Diatoets (begrijpend lezen) (72 minuten)
  • Korte pauze
  • Keuze-opdracht




Aan het einde van deze les
  • heb je de Diatoets (begrijpend lezen) gedaan. 


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1THE : )

Planning van het eerste uur én het tweede uur
  • Diatoets (begrijpend lezen) (72 minuten)
  • Korte pauze
  • Keuze-opdracht




Aan het einde van deze les
  • heb je de Diatoets (begrijpend lezen) gedaan. 


Slide 1 - Tekstslide

Dia-toets
  • Toets om jouw taalniveau op dit moment te bepalen 

Dyslexie? De teksten mogen voorgelezen worden. Pak je oordopjes erbij. 



Om de toets te doen, draaien jullie straks allemaal je tafel om. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dia-toets maken
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Vinger opsteken, fluisterend je vraag stellen (anderen blijven zo gefocust) - alleen praktische vragen over de toets, geen inhoudelijke vragen
Tijd
72 minuten
Uitkomst
Met deze toets krijg je inzicht in je taalniveau - het is een nulmeting van waar je nu staat
Klaar
Keuze:
- Lees in je leesboek 
- Werk aan je boekverslag
- Werk aan je informatieve artikel (vandaag inleveren, 23:00 in Som)
- Oefen met de woordtrainer (Som > Vakken > Nederlands > Leermiddelen > Talent > hoofdstuk 1.5 > scroll naar beneden blauwe vak)
- Oefen de woorden met Blooket (Som > Vakken > Nederlands > Bijlagen > keuze havo of vwo 'Spel - Blooket - Tower Defense - Woorden hoofdstuk 1)

Slide 9 - Tekstslide

Resultaten Dia-toets
  • PDF met individuele resultaten: Dia Woord en Dia Tekst
  • Dinsdag 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfopdracht: informatieve tekst
Vandaag inleveren, 23:00 - ik heb al 14 opdrachten binnen :)

  • Tekstplan
  • Eerste versie
  • Feedbackformulier
  • Definitieve versie

Slide 11 - Tekstslide

Grammatica
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten 

Slide 12 - Tekstslide

Grammatica
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten 
paragraaf 7                                           paragraaf 8

Slide 13 - Tekstslide

Zij | danste | op straat . 

Slide 14 - Tekstslide

Zij | danste | op straat . 
Op de door groene bomen omzoomde straat | danste | een engelachtige verschijning.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ondanks het feit dat de verwarming aanstaat, ben ik nog steeds verkleumd.

Deze zin is een:
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 18 - Quizvraag

Naamwoordelijk gezegde
Zij | is |  verkleumd 


    o            ng                          ng
                     koppelwerkwoord        naamwoordelijk deel 

Slide 19 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Zij | is | blij


    o            ng          ng
                     koppelwerkwoord        naamwoordelijk deel 
SAMEN: naamwoordelijk gezegde

Slide 20 - Tekstslide

In de vorige zin was het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord (zij is verkleumd/blij).

Wat voor soort woord kan het naamwoordelijk deel nog meer zijn?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel

Slide 21 - Quizvraag

Naamwoordelijk gezegde
                 dierenarts 
                 gelukkig .


Koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen)
    o   ng          ng
zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord
Zij | is |

Slide 22 - Tekstslide

Stappenplan
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
3. Zoek het gezegde. 
       Vraag: heeft het belangrijkste werkwoord een duidelijke betekenis? 
       Ja: wg. Nee: ng. 
       wg = alle werkwoorden
       ng = alle werkwoorden + een aanvulling (naamwoord) 

4. Zoek het onderwerp
5. Zoek het lijdend voorwerp


Slide 23 - Tekstslide

Trucje


Werkwoordelijk gezegde                          Naamwoordelijk gezegde

Wat is de kern van de zin?

doet het onderwerp iets                                 of                               is het onderwerp iets? 



Hij zingt op de fiets.                                                               Hij is sportief geworden. 
             kern = werkwoord                                                                               kern = naamwoord

Slide 24 - Tekstslide

Je wordt misschien kribbig tegen je ouders, broers en zussen?
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 25 - Quizvraag

                   Individueel werken 
timer
0:30
Wat
Maak 2 t/m 9 van 1.7 Grammatica zinsdelen (online)
Hoe
Individueel, eerst vijf minuten in stilte daarna rustig overleggen
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hul[p, daarna: steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze stof komt terug op de toets
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 26 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt de Dia-tekst-toets gedaan. 

Vrijdag
  • Dia-toets II (woordenschat) 

Huiswerk 
  • Informatieve artikel inleveren (vrijdag in Som, 23:00) 
  • Maandag: maak opdracht 1 van 1.7 Grammatica zinsdelen

Slide 27 - Tekstslide