Literatuur en taal (ME)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wanneer waren de Hoge Middeleeuwen?

1. 300-500
2. 500-1000
3. 1000-1300
4. 1300-1500

Wat voor soort kerk is dit?

1. Romaans
2. Gothisch

Wie is de opperste leenheer in het feodale stelsel?

1. Koning
2. Vazallen
3. Adel
4. God

Wat is geen kenmerk van de Middeleeuwen?

1. Theocentrisme
2. Ridderlijk
3. Burgerlijk
4. Romeins

Wie behoorden tot de eerste stand?

1. God
2. Adel
3. Geestelijkheid
4. Burgerij

Hoe kan ik zien dat dit een gothisch schilderij is?

1. Historisch onjuist
2. Anatomische verhoudingen kloppen niet
3. Drang naar verticaliteit
4. Zowel A, B als C

Literatuur in de middeleeuwen

• Latijn / volkstaal
• 1200
• Eerst: ridderlijk en theo-
  centrisch

• Daarna: didactisch

Brachten de teksten van troubadours ten gehore.

Rijm was erg belangrijk in de voordracht (makkelijk te onthouden)

Handscrift / codex

Boekdrukkunst (wiegendrukken / incunabelen) 

Hier droogden de pagina's perkament na het bedrukken.

De 'manager' van de drukkerij. Hij overzag het proces

Het goedleggen van de drukletters. Ze kopieerden de pagina's die op de muur hingen.

Controle van de drukletters

Drukpers

Klaarleggen van de drukpersen in de pers

Het halen van nieuw perkament

Waarom is er zo weinig bekend over middeleeuwse auteurs?

Dus

• Gemeenschapskunst
  
  
• Zonde van ijdelheid
  

Taal

Geen eenheidstaal

Diets / Middelnederlands

Geen uniforme spelling

4: De ridderroman

• Berijmde verhalen die zich afspelen in adellijke kringen
• Ontstaan in Noord-Frankrijk (11e eeuw)
• Verspreiding over de rest van Europa --> Vertalen, soortgelijke verhalen bedenken
• Inhoud: ridderidealen (kracht, moed), oorlogen en feodale (on)trouw
• Ook wel Frankische / Karelromans genoemd (kringen van
  Karel de Grote)

Hoofse roman

Ridder is meer een verfijnd, 'hoffelijk' figuur die zich niet uitsluitend met vechten bezighoudt

De jeeste van Walewein en het schaakbord

Aan het werk :-)

- 1.1 (Paragraaf 1)

- 2.1 (Paragraaf 2)

- 3.2 (Paragraaf 3)

Tussentoets 1-3

- 4 (paragraaf 4)

Let op: de opdrachten moeten uitgewerkt worden in een schrift (aftekenen: 19-1)