Les 7 en 8 - Tekenen Mavo 4 - Periode 2 SE3

Week 47
Les 7 en 8 
Tekenen  - Mavo 4

Periode 2 - SE3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Week 47
Les 7 en 8 
Tekenen  - Mavo 4

Periode 2 - SE3

Slide 1 - Tekstslide

Les 7 en 8 - 7 en 8 december 2020
VANDAAG:

Huiswerk 7-12: KA Lezen H4 - Reisherinneringen, blz. 36 en 38 
 Maken KA, werkboek vragen 31 t/m 40, blz. 38 en 39.                                                              

  • Nakijken: KA, werkboek vragen 31 t/m 40, blz. 38 en 39.       

Verder werken aan onderdeel D

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

B: Beeldend onderzoeken
Adviestijd: +/- 100 minuten                                                  Maximum score: 9 punten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt de mate bekeken waarin jij diep en samenhangend beeldend onderzoek hebt gedaan.
Maak gebruik van materialen die je niet eerder gebruikt hebt

Bijvoorbeeld:
Maak schetsen, studies, proefjes

Slide 4 - Tekstslide

Hoe doe je dit?
Onderdeel B (diepte onderzoek)

Nummer al je schetsen, printjes, materiaalproefjes op volgorde en per onderdeel. Maak schetsen en materiaalproefjes omdat ze iets toevoegen aan het geheel. Zorg voor diepgang. Als je bijvoorbeeld een landschap wil tekenen voor het thema "Reizen" waarin je een ontwerp gaat maken van een kunstwerk dan maak je minimaal 10 schetsen van verschillende standpunten van het landschap, schetsen waarmee je bepaald details uitlicht en schetsen waarbij dat duidelijk te zien is! Maak aantekeningen op je schetsen! Er mag op geschreven worden.

Jij geeft aan wat je nodig hebt voor dit onderzoek, vraag aan je docent!

Slide 5 - Tekstslide

Kunstactief - Reizen
Hoofdstuk 4 -  Reisherinneringen
Theorie blz. 36 - 37
Werkboek vraag 31 t/m 40 - blz. 38 - 39

Slide 6 - Tekstslide


Lees de tekst Talent of geen talent?

31. Bekijk afbeelding 3.35.
Matisse heeft de dieptewerking van dit schilderij beperkt.
 Noem twee manieren waarop hij toch diepte suggereert.

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
- De perspectivistische, verdwijnende lijnen van het kleedje.
- Het kleurverloop in het blauwe kleedje.
- De overlapping: Zorah voor de achtergrond.
- De viskom voor op de tafel, ten opzichte van Zorah achterop.

Slide 7 - Tekstslide

32. Bekijk afbeelding 3.35.
Zorah op het terras is een licht schilderij en Zorah lijkt bijna te zweven.
 Noem een aspect van de voorstelling waardoor de zwaartekracht lijkt te ontbreken.

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
- Door het ontbreken van schaduw. Daardoor is er geen houvast.
- De schoenen naast het blauwe kleed lijken te zweven, ze staan niet op een ondergrond.

Slide 8 - Tekstslide

Lees de tekst Matisse op reis.

33. Bekijk afbeelding 3.36.
 Hoe heeft Matisse de felheid van het zonlicht benadrukt?

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
- Door de felle gele lichtvlekken in de blauwe schaduwen.
- Door een groot contrast tussen licht en donker.

Slide 9 - Tekstslide

34. Bekijk afbeelding 3.37.
Henri Matisse maakte dit werk toen hij ziek was. Hij was bedlegerig en kwam zijn huis bijna niet meer uit. Hij liet zijn assistenten met gouache vellen papier beschilderen, knipte daar vormen uit, en liet de assistenten ze met punaises op de muur hangen en net zo lang verplaatsen tot het goed was. Zo maakte hij een kleurrijke tuin.
 In hoeverre past de zeggingskracht van het kunstwerk bij de persoonlijke omstandigheden
van Matisse?

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
- Ziek of zwak zijn wordt vaak met somberheid geassocieerd. Vaak is het een reden om pessimistisch te worden. De kleuren van het kunstwerk zijn daarentegen vrolijk en optimistisch.
- Doorgaans gaat ziekte of zwakheid gepaard met achteruitgang of verval. Het werk van Matisse symboliseert juist weelderige groei.

Slide 10 - Tekstslide

35. Bekijk afbeelding 3.37.
Het kunstwerk is 7,7 meter breed en 3,4 meter hoog.
 Wat is het effect van het formaat van het kunstwerk op de beschouwer?

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
- De toeschouwer wordt overrompeld door het grote werk.
- De frisse kleuren komen extra goed over.
- De toeschouwer ervaart optimisme/vrolijkheid/vrijheid.

Slide 11 - Tekstslide

36. Bekijk afbeelding 3.37.
Over het werk zegt Matisse dat hij de aspecten van de vormgeving teruggebracht heeft naar wat nodig is om het te laten bestaan.
 Welke twee aspecten van de vormgeving zijn blijkbaar volgens Matisse vooral nodig?

Vorm en kleur.

Slide 12 - Tekstslide

37. Bekijk afbeelding 3.35 tot en met 3.37.
Wanneer je de drie werken met elkaar vergelijkt, zie je bepaalde kenmerken die de stijl van Matisse karakteriseren.
 Welke kenmerken van de vormgeving zie je in alle werken van Matisse? Noem er drie.

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
- Kleur: In alle werken worden uitgesproken kleuren gebruikt.
- Kleur: In alle werken worden alleen primaire en secundaire kleuren gebruikt
- Licht: In alle werken ontbreekt licht- en schaduwwerking.
- Ruimte: In alle werken is de ruimtewerking beperkt.
- Vorm: In alle werken is de vorm vereenvoudigd.

Slide 13 - Tekstslide

Lees de tekst Plattegrond in je koffer.

38. Bekijk afbeelding 3.38.
 Benoem de verschijningsvorm. 

Dit is een:
A. Assemblage.
B. Installatie.
C. Kinetisch object.
D. Readymade.

Slide 14 - Tekstslide

Lees de tekst Plattegrond.

39. Maquettes kunnen van allerlei materiaal gemaakt worden.
 Welke materiaalkeuze is het minst aannemelijk? Leg je antwoord uit.

A. Karton.
B. Foamboard (piepschuim).
C. Hout.
D. Metaal.
Metaal is zwaar en niet makkelijk bewerkbaar. Licht plaatmateriaal leent zich beter voor
het maken van maquettes.

Slide 15 - Tekstslide


40. Tegenwoordig kan je met 3D-animaties prachtige ontwerpen uitwerken.
Waarom zou je eigenlijk nog een maquette maken? Geef een reden.

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
- Het maakt het werk tastbaar. Je kunt het voelen, om het object heen lopen, er van een afstandje naar kijken (vanuit verschillende hoeken).
- Sommige aspecten worden pas inzichtelijk als er een model van gemaakt is,
bijvoorbeeld of een ontwerp stabiel is of niet.
- Maquettes zijn toegankelijk voor een breder publiek. Maquettes zijn gemakkelijker te begrijpen dan (technische) bouwtekeningen.

Slide 16 - Tekstslide

Verder werken aan onderdeel D - bepaal ondergrond, formaat, materia(a)l(en), techniek .
Werk je procesverslag bij!

 Volgende week valt uit i.v.m. proefwerkstuk
            

Slide 17 - Tekstslide