Hoofdstuk 7: cultuur

Hoofdstuk 7: Culturele identiteit
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociologie en psychologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7: Culturele identiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele identiteit
1. Wat is cultuur
2. Cultuurcomponenten
3. Soorten culturen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Omgangstaal
= verschillende kunstvormen



Sociologisch begrip
= "geheel van gewoonten en gebruiken in de samenleving"

Conclusie: Cultuur is een breder begrip dan enkel kunst. Het  gaat ook over gewoonten en tradities. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgangstaal of sociologisch begrip?
Reisgids van België
Japanners die noedels slurpen is normaal. Versterkt de smaak en ze eten daardoor ook sneller.
klassieke muziek
Boek over alledaagse rituelen
museum
Typisch machogedrag vind je vooral in een mannencultuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgangstaal of sociologisch begrip?
omgangstaal
omgangstaal
omgangstaal
sociologisch begrip
sociologisch begrip
sociologisch begrip

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragment "Shalom allemaal"
Noteer welke verschillen je ziet met onze cultuur en de joodse cultuur







Westerse cultuur
Jodendom

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waneer spreken we over cultuur?
Cultuur  -> groep mensen samen 
Doorgegeven van generatie op generatie
 => cultuur is aangeleerd (nurture)





Oef. werkboek p. 252

Slide 8 - Tekstslide

Vragen naar een vb aan de leerlingen
Cultuurcomponenten
  • waarden
  • normen
  • symbolen
  • rituelen 
  • tradities 
Cultuurcomponenten
= onderdelen eigen aan een cultuur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden 
= Wat we zelf, als groep of samenleving belangrijk vinden

werkboek oef p. 256

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen
= ongeschreven gedragsregels
-> concrete toepassing van waarden

Bijv. stiptheid (=waarde) 
-> op tijd komen (= norm)
Werkboek p. 257

Slide 11 - Tekstslide

Nadien eerst oefening normen laten maken.
Symbolen
= afbeelding voor een abstract begrip

keppeltje jodendom = cultureel symbool

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ritueel of traditie?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ritueel of traditie?
Ritueel
Ritueel
Ritueel
Ritueel
Traditie
Traditie
Traditie
Traditie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rituelen 
= handelingen in een bepaalde volgorde
-> kunnen leiden tot tradities
-> kunnen veranderen met de tijd

Tradities
= gewoontes die al een tijd bestaan
-> overlevering naar de volgende generaties


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten culturen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les gaan we het hebben over culturen en subculturen. Waar moet jij dan als eerste aan denken?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Wat is een cultuur?
  • Het geheel van kenmerken, normen en waarden van een groep mensen.
  • Wat hebben gewoonten met cultuur te maken?
  • Bestaat ‘de Nederlandse cultuur’?



Slide 18 - Tekstslide


Cultuur is het geheel van kenmerken, normen en waarden van een groep mensen. Voorbeelden: het Sinterklaasfeest vieren, Suikerfeest vieren, het Diwali / lichtjesfeest vieren, een bepaalde kerk of moskee bezoeken, trakteren op je verjaardag, drie zoenen bij een begroeting van vrienden, pepernoten strooien, tompoezen eten met Koningsdag, met de fiets naar school, smartlappen.

Een gewoonte is iets wat je vaak op dezelfde manier doet, omdat je dat zo gewend bent. In een cultuur delen mensen gewoonten met elkaar.
Bestaat ‘de Nederlandse cultuur’?

 Er zijn verschillende ideeën over wat de Nederlandse cultuur precies inhoudt:
Sommige Nederlanders hechten veel waarde aan bepaalde dingen die voor anderen minder belangrijk zijn.

Dominante culturen
Wat behoort volgens jullie tot de Belgische cultuur, Arabische cultuur en Aziatische cultuur? 


Slide 19 - Tekstslide

werkboek p. 268
Dominante cultuur 
"De dominante cultuur is de overheersende cultuur van een land".

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegencultuur
= verzet tegen dominante cultuur
Bijv. klimaatmars, feminisme...

Fragment: Salafisme
https://onderwijs.hetarchief.be/collecties/5e6cabdb-953f-4314-b064-d40893b9f05c


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
Rocker
Hippie
Gabber
Punk
Gothic

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
Emo
Skater
Skinhead
Hipster
Raver

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exactitudes
= Fotoreeks (Ari Versluis en Ellie Uyttenbroeck)






-> poging van individu om zich te onderscheiden 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
= verschillende subculturen binnen overkoepelende  cultuur

-> uiting: kapsels, make-up, muziek, kleding

-> adolescenten: zoeken naar eigen identiteit
=> aansluiten subcultuur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten culturen







Subcultuur = verschillende culturen binnen dominante cultuur
Dominante cultuur
= overheersde cultuur in de samenleving
Tegencultuur
= verzet zich tegen dominante cultuur
subcultuur
subcultuur

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies