Voeding oefenen

Voeding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen!  : )
LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

De eenheid om energie aan te geven is
A
meter
B
joule
C
calorie
D
gram

Slide 3 - Quizvraag

Welke factor heeft GEEN invloed op je energiebehoefte?
A
Leeftijd
B
Lichaamsbouw
C
Eetpatroon
D
Geslacht

Slide 4 - Quizvraag


Door kauwen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot. Waarom is dat nuttig?
A
Speeksel werkt beter in op het voedsel
B
Het wordt niet vergroot, daar gaat het niet om
C
De dunne darm werkt beter
D
Dan werkt de dikke darm beter

Slide 5 - Quizvraag

Is de energiebehoefte groter in de winter of in de zomer?
A
In de winter
B
In de zomer

Slide 6 - Quizvraag

Van wie zou de energiebehoefte het grootst zijn als je alleen naar het beroep kijkt ?
A
Een minister
B
Een stratenmaker
C
Een docent
D
Een huisarts

Slide 7 - Quizvraag

beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 8 - Quizvraag

Je energiebehoefte hangt af van
A
leefstijl, geslacht, opleiding, leeftijd
B
leeftijd, werk, geslacht, seizoen
C
Of je man of vrouw bent, leefstijl, leeftijd, werk
D
Werk, geslacht, opleiding, leefstijl

Slide 9 - Quizvraag

De eetstoornis waarbij men te zwaar is noemen we:
A
Anorexia Nervosa
B
Obesitas
C
Binge Eating Disorder
D
Boulimia

Slide 10 - Quizvraag

Waardoor kan een eetstoornis ontstaan?
A
Je wordt beïnvloed door wat je ziet in de media
B
Je bent ontevreden over jezelf, je lichaamsgewicht en je uiterlijk.
C
Je wordt beïnvloed door de normen in de mode
D
alle drie juist

Slide 11 - Quizvraag

Plaats de vakjes bij de juiste eetstoornis
anorexia

boulimia
beide
vreetbuien
onzekerheid
zien zich dikker dan dat ze werkelijk zijn
vaak normaal gewicht
gebrek aan bouwstoffen
braken of gebruik laxeermiddelen
vaak te laag gewicht

Slide 12 - Sleepvraag

Moeilijk woord!
Hoe heet de beweging in de
slokdarm naar beneden?
A
Periscopische bewegingen
B
Pedagogische bewegingen
C
Peristaltische bewegingen
D
Paranormale bewegingen

Slide 13 - Quizvraag



De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
kies het beste antwoord


A
de mond, de dikke darm
B
de darmen, de maag en de slokdarm
C
de maag en de slokdarm
D
de mond en de maag

Slide 14 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 15 - Quizvraag

Spijsverteringsstelsel
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de blauwe vakken in de juiste rode vakken, wat is de volgorde van de spijsverteringsstelsel?
1.
2.
3.
4.
5.
Maag
Slokdarm
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm

Slide 17 - Sleepvraag

Welke rol spelen verteringssappen bij vertering
A
Ze gebruiken de energie in voedingsstoffen
B
Ze bouwen nieuwe cellen met de voedingsstoffen
C
Ze knippen voedingsstoffen in kleine stukken
D
Ze brengen de voedingsstoffen uit je voedsel naar de organen

Slide 18 - Quizvraag

1
2
3
9
11
Kroon
Wortel
Glazuur
Wortelvlies
Zenuw

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is de tandformule van dit gebit?
A
5.0.2 | 2.1.4 5.1.2 | 2.0.4
B
4.1.2 | 2.0.5 4.0.2 | 2.1.5
C
5.1.2 | 2.0.4 5.0.2 | 2.1.4
D
4.0.2 | 2.1.5 4.1.2 | 2.0.5

Slide 20 - Quizvraag

Welke voedingsstof kan niet direct door de dunne darmwand worden opgenomen?
A
Glucose
B
Vitaminen
C
Mineralen
D
Eiwitten

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers remmen
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 22 - Quizvraag

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
vetten
Koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 23 - Sleepvraag

Einde!

Slide 24 - Tekstslide