BLOK 1 Kijken en luisteren (Els)

Blok 1
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 1

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf:
- ken je het verschil tussen een monoloog, dialoog en een groepsgesprek.
- kun je een tekst goed voorlezen door de leestekens die er staan.
- weet je hoe je je stem op een goede manier moet gebruiken als je spreekt.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

                                    Lees de informatie over:
                                                   - 1. monoloog
                                                   - 2. dialoog
                                                   - 3. groepsgesprek
                                   Maak daarna de vragen.
Lees de theorie op blz. 43    (= gele vlak) 
monoloog: één persoon spreekt
1
dialoog: er praten 2 mensen met elkaar.
2
groepsgesprek: 3 of meer mensen praten met elkaar.
3

Slide 3 - Tekstslide

Sanne, Ahmet, Yacinta en Michiel praten over de vakantie.

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 4 - Quizvraag

Evi houdt een spreekbeurt over mode.

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 5 - Quizvraag

Emre interviewt de muziekleraar voor de schoolkrant.

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 6 - Quizvraag

Een schrijver komt bij ons op school vertellen over zichzelf en zijn nieuwste boek.

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 7 - Quizvraag

In de aula zijn vijftien leerlingen met elkaar in gesprek over het proefwerk van wiskunde.

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 8 - Quizvraag

Na schooltijd praten Walid en Yoeri over het voetbaltoernooi

Dit is een .......
A
monoloog
B
dialoog
C
groepsgesprek

Slide 9 - Quizvraag

Iedere dag luister je naar veel gesprekken. Welke gesprekken heb jij vandaag al gehoord. Schrijf dat eens op.

WIE SPRAK MET WIE?

.

Slide 10 - Open vraag

Als je naar gesprekken luistert, valt het je vast op dat er ongelooflijk veel verschillende stemmen zijn. Dat heeft in ieder geval te maken met toonhoogte, volume en intonatie. Mannen hebben vaak een zwaardere en lage stem. Vrouwen en kinderen hebben vaak een hogere stem. 
Theorie     gele vlak op blz. 44

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoog of hoe laag je stem is, noem je toonhoogte.

Kijk naar het volgende fragment: wat valt je op aan de verschillende stemmen van Tycho Gernandt
toonhoogte

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat valt je op aan de toonhoogtes

Slide 14 - Open vraag

Hoe snel of langzaam je praat, noem je het tempo

Je ziet dadelijk weer een fragment. Wat is het verschil in tempo tussen de stemacteur en Pippi? 
Tempo

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is je opgevallen aan het tempo?

Slide 17 - Open vraag

Door je intonatie of toon horen mensen hoe je je voelt. Je kunt je bijvoorbeeld vrolijk, angstig, ongeduldig, rustig, enthousiast, boos, geïrriteerd of verdrietig voelen. 
Je emoties of gevoelens klinken door in je stem. 

intonatie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welk gevoel moest Maurits laten zien?

Slide 20 - Open vraag

Je gaat nog meer fragmenten zien, daarna moet je vragen beantwoorden. 
Let dus steeds op: toonhoogte / volume / tempo en intonatie. 
Fragmenten en vragen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Hoe is het volume van de goochelaar?
A
hard
B
normaal
C
zacht

Slide 23 - Quizvraag

Hoe is de intonatie van de goochelaar?
A
vrolijk
B
rustig
C
angstig

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

Hoe is de intonatie van de dj?
A
geïrriteerd
B
verdrietig
C
enthousiast

Slide 26 - Quizvraag

Met welk tempo spreekt de dj?
A
langzaam
B
snel
C
normaal

Slide 27 - Quizvraag

Wat vind jij van de toonhoogte van de dj?

Slide 28 - Open vraag

Ik weet wat het verschil is tussen een monoloog, dialoog en een groepsgesprek.
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Ik weet wat tempo, toonhoogte, intonatie en volume is.
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Je mag de les nu afsluiten. 

Slide 31 - Tekstslide