Quiz paragraaf 2 Duitsland
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat betekent arbeidsintensief?
A
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt.
B
Bedrijf dat weinig arbeid nodig heeft.
C
Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.
D
Vervanging van arbeid door computers en computerprogramma’s.
Slide 5 - Quizvraag
Wat kun je zeggen over dit bedrijf?
A
Er is hier veel export
B
Dit bedrijf is kapitaal intensief
C
Dit bedrijf is arbeidsextensief
D
Hier wordt gebruik gemaakt van het agglomeratievoordeel
Slide 6 - Quizvraag
Vervanging van arbeid door computers en computerprogramma’s.
A
automatisering
B
Mechanisering
C
Zware industrie
D
Exporteren
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent export?
A
Alle bedrijven die diensten verlenen. Heet ook tertiaire sector.
B
Levering van producten en diensten aan een ander land.
C
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
D
Vervanging van arbeid door computers en computerprogramma’s.
Slide 8 - Quizvraag
Welke producten worden er meestal verwerkt in de lichte industrie?
A
Zware grondstoffen
B
Halffabricaten
C
Technische onderdelen
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent Kapitaalintensief
A
Bedrijf dat dure installaties en dure machines heeft
B
Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.
C
Bedrijf dat veel extra steungeld nodig heeft.
D
Bedrijf dat veel samenwerkt met grote bedrijven.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je industrie waarbij veel kennis nodig is?
A
Agglomeratievoordeel
B
Multinational
C
Export
D
Hightech-industrie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een ruwe grondstof?
A
Een accu
B
IJzererts
C
Een autoband
D
Aardolie
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent mno?
A
Multi Nederlandse onderneming
B
Macro Nederlandse onderneming
C
Multi nationale onderneming
D
Macro nationale onderneming
