lesson up les Stichting
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bij huisvesting moet je rekening houden met..?
Onjuist
Juist
Grootte van het dier
Kleur van het dier
Naam van het dier
Leeftijd van het dier
Leefwijze van het dier
Slide 2 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
dier
geen dier
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je de conditie van een dier bepaalt, kijk je …......... en niet naar ............
naar hoe dik of dun het dier is
hoe lang het dier kan lopen
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de afbeelding van het dier.
Welke kenmerken horen bij dit dier?
sleep deze kenmerken naar het gele vak.
2 ogen
8 armen
huid met haren
huid met zwarte vlekken
oranjerode kleur
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor dier ben ik?
huisdier
boerderij-dier
wild dier
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dieren uit een ei
Zoogdieren (dieren die geboren worden)
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
het zoogdier
het roofdier
het jonkie
een dier dat als jong dier drinkt bij de moeder
een dier dat andere dieren doodmaakt en opeet.
een jong dier
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
ziek dier
Gezond dier
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke dieren hebben lucht nodig?
WEL: NIET:
Dieren onder water
Dieren onder de grond
Dieren op het land
Dieren in de lucht
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tekst
Sleep het juiste dier naar het juiste hok
Cavia
Rat
Hamster
Gerbil
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vrij van honger, dorst en ondervoeding
vrij van een lichamelijk onaangename omgeving
vrij van pijn, verwonding en ziekte
vrij van angst en chronische stress
vrij om natuurlijk gedrag te vertonen
Een goed werkende water- en voervoorziening
Dieren op een rustige en diervriendelijke manier vervoeren
Pluimvee met vrije uitloop
Stal met een prettig klimaat
Dagelijkse controle op ziekte
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Plaats het voedsel bij de juiste snavel.
lange snavel
scherpe, kromme snavel
pincetsnavel
priemsnavel
dikke snavel
schepsnavel
insecten en larven uit boombast
insecten en kleine zaden
prikken eten uit de grond
of het water
zaden
en bessen
en bessen
waterplanten en -dieren
vlees
Slide 13 - Sleepvraag
Sleepvraag
Vraag: Hebben jullie goed op de video gelet? Welk voedsel hoort bij welke snavel?
Doe: Sleep het voedsel naar de juiste snavel.
Vraag: Waarom heeft iedere vogel een andere snavel?
Antwoord: Iedere soort vogel eet andere dingen. De snavels zijn zo gebouwd dat ze het voedsel dat de vogel eet makkelijk kunnen vastpakken, vangen, plukken of oprapen
