BBL week 5

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Engels week 5

Huiswerk vorige week

* filmpje woordvolgorde bekijken

* opdracht meervoud maken (goede antwoorden zet ik op ELO)

Zet het woord in het meervoud:

book

Hoofdregel:

+ s

Zet het woord in het meervoud:

Baby

Regel:

Eindigt een woord op een medeklinker + Y

+ ies in meervoud

Zet het woord in het meervoud:

Sandwich

Regel:

Eindigt een woord op een sis klank

+ es

Zet het woord in het meervoud:

Thief

Regel:

Eindigt een woord op een f/fe

+ ves

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

1. You
2. yours
3. His
4. Her

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

1. their
2. they
3. theirs

Om te zeggen over wie iets gaat gebruik je persoonlijke voornaamwoorden:

I (ik)               Let op: I schrijf je ALTIJD met een hoofdletter

You (jij)

He (hij)

She (zij)

It (het)

We (wij)

You (jullie)

They (zij)

Wat zijn de bezittelijke voornaamwoorden in de zin:

Is this your notebook or is it hers?

Bezittelijke voornaamwoorden

Twee verschillende manieren om bezit aan te geven:

Is this your notebook or is it hers?

Your --> zet je voor een zelfstandig naamwoord

Hers --> gebruik je zelfstandig

Linkerkolom: gebruik je voor zelfstandig naamwoord
Rechterkolom:  gebruik je zelfstandig

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in:

Ladies, could I have ........ attention

1. my
2. his
3. your
4. yours

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in:

He has many flowers in ............. garden

1. her
2. my
3. their
4. his

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in:

She eats a hamburger, it is ........

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in:

That book isn't .............. My book is at home.

Huiswerk volgende week:

* blijf oefenen met de grammatica (voor de leerlingen die dit nodig hebben)

* zorg dat je de woordjes op blz 13 en 14 uit de reader bestudeert. Volgende week gaan we hier mee oefenen.