2.3 - botverbindingen en spieren

2.3 - botverbindingen en spieren
Wat gaan we deze les doen?
  • Controlevragen
  • Botverbindingen
  • gewrichten
  • Spieren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 - botverbindingen en spieren
Wat gaan we deze les doen?
  • Controlevragen
  • Botverbindingen
  • gewrichten
  • Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 2 - Sleepvraag

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 3 - Sleepvraag


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 5 - Quizvraag

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 6 - Quizvraag

Spieren
Spieren bestaan uit spiervezels. 
Spieren hebben aan het uiteinde een pees waarmee ze vastzitten aan de botten.

Als een spier samentrekt wordt hij korter en dunner waardoor hij aan het bot trekt.

Twee spieren die een tegenovergestelde beweging hebben noem je antagonisten.

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een spier
Een spier bestaat uit groepjes spiercellen. Deze groepjes noem je spierbundels.

Spiercellen noemen we spiervezels.

Om de spier zit een taai vlies, de spierschede. Aan het uiteinde van de spier loopt dit vlies over in de pees.




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Spier vezel
Spier schede
Spierbundel
Pees

Slide 10 - Sleepvraag

 Zet de spier van groot naar klein.
spier
spierbundel
spiervezel

Slide 11 - Sleepvraag