wk 47: verteltheorie

timer
10:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Verteltheorie
  • Je weet welke 3 vertelperspectieven er zijn en kunt ze toepassen op korte teksten.
  • Je weet welke 3 personages er zijn en kunt ze herkennen in een tekst.
  • Je weet naar welke aspecten van het begrip 'ruimte' je moet kijken in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is literatuur?

Slide 3 - Open vraag

Waarom moet je het vertelperspectief weten?
Dat heeft te maken met of het perspectief betrouwbaar is of niet. Je zou je kunnen voorstellen dat een ik-verteller die niet de gevoelens van de andere personages in het boek kent, niet betrouwbaar is, dat geldt ook voor de personale vertelinstantie.  Daarentegen is een auctoriale verteller weer flink betrouwbaar, deze verteller overziet het hele verhaal en weet van ieder personage wat.

Slide 4 - Tekstslide

3 vertelperspectieven
Met vertelperspectief bedoelen we vanuit wie /vanuit welk punt we het verhaal beleven. We kennen de volgende perspectieven:
  • auctoriale verteller
  • personale verteller
  • ik-verteller

In de volgende dia's worden de 3 perspectieven uitgelegd.

Slide 5 - Tekstslide

Auctoriale verteller
Deze verteller weet precies hoe het verhaal verloopt, overziet dus alles, geeft soms commentaar en kan zich persoonlijk tot de lezer wenden. Deze verteller hangt als het ware boven het verhaal als een marionettenspel. 

De verteller doet zelf niet mee als personage in het verhaal.




Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld:
Te herkennen aan:
- de verteller is duidelijk aanwezig in het verhaal 
- richt zich tot de lezer
- doet niet mee als personage in het verhaal
- weet hoe het verhaal verloopt

Slide 7 - Tekstslide

Voor- en nadelen auctoriale verteller
Voordelen:
  • Je kunt de gevoelens, belevenissen en gedachtes van verschillende personages beschrijven
  • Perspectief is betrouwbaar (door info bij hierboven)


Nadelen
  • Spanning creëren door informatie achter te houden, is lastig. Bij een alwetende verteller komt dat gekunsteld over. De verteller weet en ziet immers alles. 
  • Dit vertelperspectief kan wat ouderwets overkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Personale verteller
De verteller is niet zichtbaar, maar zit verstopt achter een personage. Je beleeft het verhaal vanuit één van de personages en het is geschreven in de derde persoon (hij-/zij-vorm). 

Het kan zijn dat het ene hoofdstuk vanuit Marsha is geschreven en het volgende hoofdstuk vanuit Mark. Dit noem je een wisselend vertelperspectief.




Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld:
Te herkennen aan:
- de verteller is niet zichtbaar, maar zit achter een personage
- geschreven in de hij-/zij-vorm

Slide 10 - Tekstslide

Voor- en nadelen personale verteller
Voordelen:
  • Het personale vertelperspectief is het meest gebruikte vertelperspectief, en voelt daarom vertrouwd aan. 
  • Je kunt je gemakkelijk met personages identificeren als er in de hij- of zij-vorm wordt geschreven.

Nadelen:
  • Doordat je telkens slechts vanuit één hoofdpersoon kijkt, kan het verhaal wat benauwend aanvoelen. Je ziet dan niets van wat er buiten het blikveld van de hoofdpersoon gebeurt. Oplossing is een wisselend perspectief gebruiken. Als je echter vaak wisselt kan de lezer personages moeilijk uit elkaar houden.

Slide 11 - Tekstslide

Ik-verteller
Deze verteller vertelt vanuit de ik-vorm. De verteller doet mee in het verhaal in de ik-vorm. 
Er zijn 2 ik-vertellers:
  • vertellende-ik: een ik-verteller die gebeurtenissen uit het verleden vertelt, achteraf vertelt dus. 
  • belevende-ik: alles gebeurt nu, op dit moment. De lezer raakt hierdoor heel direct bij het gebeuren betrokken.
* De ik-verteller doet dus zelf mee in het verhaal, een auctoriale verteller niet, die hangt boven het verhaal. 

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld vertellende-ik
Te herkennen aan:
- de verteller vertelt over het verleden
- ik-vorm

Slide 13 - Tekstslide

voorbeeld belevende-ik
Te herkennen aan:
- de verteller beleeft het nu
- ik-vorm

Slide 14 - Tekstslide

Voor- en nadelen belevende-ik
Voordelen:
  • De lezer kan zich gemakkelijk met de verteller identificeren. 
  • Eenvoudig om spanning te creëren omdat de ik-persoon niet het hele verhaal kan overzien.


Nadelen:
  • Het kan eentonig worden om alles vanuit het hoofd van één persoon te beschrijven. 

Slide 15 - Tekstslide

Voor- en nadelen vertellende-ik
Voordelen:
  • Je kunt de gevoelens, belevenissen en gedachtes van verschillende personages beschrijven en je lezer dus een breed palet aan scenes voorschotelen. 

Nadelen:
  • Spanning te creëren door informatie achter te houden, is lastig. De verteller weet en ziet immers alles. 
  • Vertelperspectief kan wat ouderwets overkomen.



Slide 16 - Tekstslide

Opdracht vertelperspectief

Bepaal in je groep welk vertelperspectief is gebruikt in de verschillende verhaalfragmenten.

Slide 17 - Tekstslide

Personages
We kennen 3 soorten personages:
  • round character
  • flat character
  • type

Slide 18 - Tekstslide

Round character
  • Is gecompliceerd
  • wordt geleidelijk gepresenteerd (er komen telkens karaktereigenschappen bij)
  • kan een innerlijke ontwikkeling vertonen. 
  • Je komt wat te weten over het karakter
  • vaak een hoofdpersoon

Slide 19 - Tekstslide

Flat character
  • De persoon wordt in korte trekken, oppervlakkig neergezet 
  • Je leert hem in één keer kennen, er komen geen karaktereigenschappen meer bij, hij verandert niet. 
  • Flat characters zijn vaak bijfiguren

Slide 20 - Tekstslide

Type
  • vertoont één opvallende trek, 
  • is onveranderlijk
  •  wordt neergezet door middel van uiterlijk, kleding, taalgebruik, naam. 
  • een type komt veelal voor in stripverhalen en sprookjes

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Mijn vrouw is dood en al begraven. Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden. 
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar - ik ben vijf en dertig -
verlangd heb; maar thans durf ik 't niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer
 van genieten.  Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek, te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf  meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad. Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk. 
In geen mensch, geen werk, geen boek zelfs eenig belang te stellen, doel- en willoos
om te dwalen door een leeg huis, waarin alleen het onverschillig schuwe gefluister van
 twee meiden rondwaart als het verre gepraat van bewakers om de cel van een 
afgezonderde krankzinnige, nog maar aan één ding te kunnen denken met het laatste
 beetje begeerte van een uitgedoofd zenuwleven en voor dat ééne ding te sidderen als een eekhoorntje voor de fascineerende blik van een slang … hoe houd ik zoo’n afschuwelijk leven dag in dag uit nog vol? 
Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (1894)

Slide 23 - Tekstslide

Ruimte
  • Op welke plekken speelt het verhaal zich veelal af?
  • Wat voor een weer is het?
  • Welke geluiden worden beschreven?
  • Welke geuren komen voor?

Vaak versterkt de ruimte het gevoel van het personage en de situatie op dat moment in het verhaal.

Slide 24 - Tekstslide

Theorie toepassen 
Pak je eigen leesboek voor je en oefen tijdens het lezen met de begrippen uit deze les:
  • vertelperspectief
  • personages
  • ruimte

Slide 25 - Tekstslide