Transport en afweer

Transport en afweer
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Transport en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen uit welke bestandsdelen het bloed bestaat.
Ik kan uitleggen wat de taak van de verschillende bestandsdelen zijn.


Slide 2 - Tekstslide

bloed
Bloed is onmisbaar!
Ons lichaam bestaat uit 5 a 6 liter bloed.

functie: zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen vervoeren door het lichaam

Slide 3 - Tekstslide

Bloed
55% bloedplasma



45% vaste bestanddelen
(bloedcellen en 
bloedplaatjes) 

Slide 4 - Tekstslide

Bloedcellen en 
bloedplaatjes

 94,2% Rode bloedcellen

0,1% Witte bloedcellen

5,7% Bloedplaatjes

Slide 5 - Tekstslide

Bloedplasma
91% water

7% (plasma) eiwitten

2% opgeloste stoffen in water 
(zuurstof, zouten, voedingsstoffen, 
koolstofdioxide, afvalstoffen)

Slide 6 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine voor het vervoer van zuurstof en koolstofdioxide (CO2).
Hebben geen celkern

5.000.000 per ml (mm3)

Slide 7 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Hebben een celkern
Hebben geen vaste vorm (kunnen tussen cellen door kruipen)
Maken ziekteverwekkers onschadelijk 
7.000 per ml (mm3)

Slide 8 - Tekstslide

Witte bloedcellen
  • Verschillende typen witte bloedcellen met ieder een eigen taak in de afweer (BS5).
  • Bij een ontsteking zorgen witte bloedcellen ervoor dat een bacterie wordt opgeruimd door deze in te sluiten.
  • Pus/ etter is dode witte bloedcellen met dode bacteriën en vocht.



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

12.2
De bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 12 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Hart & bloedvaten samen is bloedvatenstelsel

De weg die het bloed aflegt noem je de bloedsomloop

Hart pompt het bloed door de bloedsomloop

Slide 13 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 14 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Kleine bloedsomloop heeft als doel om zuurstof op te halen in de longen.

Route:
Rechter harthelft 
Long 
Linker harthelft

Slide 15 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop heeft als doel zuurstof weg te brengen naar alle delen (cellen) van het lichaam.

Route:
Linker harthelft
Alle delen van het lichaam
Rechter harthelft

Slide 16 - Tekstslide

slagaders -- haarvaten -- aders

Slide 17 - Tekstslide

Slagader
Ader

Slide 18 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Dubbele bloedsomloop
Aorta (grootste slagader)
Holle ader (grootste ader)

Rood = zuurstofrijk
Blauw = zuurstofarm

Slide 19 - Tekstslide

Bloedvaten
3 soorten bloedvaten:
  • slagaders,
  • haarvaten,
  • aders.

Het hart pompt bloed door de bloedvaten.

De namen van de bloedvaten komen vaak van de organen waar ze naartoe of vandaan lopen.

Slide 20 - Tekstslide

Bloedvaten
Bloedvaten met een afwijkende naam

Aorta
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Kransslagader
Kransader
Poortader


Slide 21 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • De delen van het hart en de aansluitende bloedvaten kennen met hun kenmerken en hun functies.

  • Hoe een hartslag verloopt. 

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
BOUW VAN HET HART
2 helften - Linkerharthelft - Rechterharthelft.


Elk harthelft bestaat uit 2 delen: 

- Kamer - Gespierde holte.
- Boezem - Zakje op de kamer.

Het hart is een holle spier. 



Slide 23 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
KRANSSLAGADERS - Zuurstof en glucose naar het hart. 
- Lopen over het hart en zijn aftakkingen van de aorta.



KRANSADERS -  Koolstofdioxide en andere afvalstoffen
 weg van het hart.
- Bloed komt in de rechterboezem. 

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
BOVENSTE EN ONDERSTE HOLLE ADER
Hierdoor stroomt zuurstofarm bloed van de organen van het lichaam naar het hart.

RECHTERBOEZEM
- Ontvangt zuurstofarm bloed uit de bovenste en onderste 
holle ader en voert dit door naar de rechterkamer.
- Pompt bloed over een kleine afstand - Wand weinig gespierd. 

RECHTERKAMER
- Pompt zuurstofarm bloed in de longslagader.
- Pompt bloed naar beide longen - Wand gespierd. 

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
LONGSLAGADER
Hierdoor stroomt zuurstofarm bloed VAN het hart NAAR de longen.

LONGADERS
Hierdoor stroomt zuurstofrijk bloed VAN de longen NAAR het hart


LINKERBOEZEM
- Ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en voert dit door naar de linkerkamer.
- Pompt bloed over een kleine afstand - Wand weinig gespierd

LINKERKAMER
- Pompt zuurstofrijk bloed in de aorta.
- Pompt bloed naar de grote bloedsomloop - Wand zeer gespierd

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
AORTA
Hierdoor stroomt zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen van het lichaam. 

HARTTUSSENWAND
Scheidt de linker- en rechterharthelft.


HARTKLEPPEN
Kleppen tussen boezems en kamers.
Verhinderen dat bloed terugstroomt van kamers naar boezems.

HALVEMAANVORMIGE KLEPPEN
Kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta. 
Verhinderen dat bloed terugstroomt van de longslagader en aorta naar de kamers

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
HARTSLAG

Samentrekken van de boezems:
De boezems trekken samen - bloed stroomt naar de kamers.


- Hartkleppen zijn open.
- Halvemaanvormige kleppen zijn dicht

Slide 28 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
HARTSLAG

Samentrekken van de kamers:
- De kamers trekken samen.
- De hartkleppen gaan dicht.
- De druk in de kamers stijgt.
- De halvemaanvormige kleppen gaan open.


Het bloed wordt in de longslagaders en aorta gepompt. 

Slide 29 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart
HARTSLAG

Hartpauze:
Zowel de boezems als de kamers zijn ontspannen.

Bloed stroomt vanuit de holle aders en longaders naar de boezems en de kamers.

- De hartkleppen zijn open.
- De halvemaanvormige kleppen zijn dicht

Slide 30 - Tekstslide

Uitleg BS3 - Het hart









De eerste harttoon - Het sluiten van de hartkleppen tussen boezem en kamer.
De tweede harttoon - Het sluiten van de halvemaanvormige kleppen. 

Slide 31 - Tekstslide


Welke functie hebben de rode bloedcellen?

A
Afweer
B
Transport van zuurstof
C
Bloedstolling
D
Transport opgeloste stoffen

Slide 32 - Quizvraag

Witte bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten hemoglobine
D
bestrijden ziekteverwekkers

Slide 33 - Quizvraag

Bloedplaatje
Rode bloedcel
Witte bloedcel

Slide 34 - Sleepvraag

witte bloedcel


bloedplaatje
rode bloedcel
bloedstolling
herkenen en  bestrijden ziekteverwekker
transporteren zuurstof

Slide 35 - Sleepvraag

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 36 - Quizvraag

Welk type bloedcellen kunnen door wanden heen kruipen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen

Slide 37 - Quizvraag

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 38 - Quizvraag