Toetstraining

Welkom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Toets training
Onderwerpen herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bereid ik mij voor op een toets?
1. Lees en maak de samenvatting
2. Begrijp je iets niet, ga terug naar de paragraaf
3. Leer de begrippen uit de samenvatting.
4. Maak de test jezelf, extra opg, gemengde opg. 

Slide 3 - Tekstslide

Stel de woordformule op
Lia gaat een posters laten afdrukken voor een school feestje.
Voor het ontwerp betaald zij 20 euro. Per poster betaald zij daarnaast 3 euro druk kosten.

Stel de woordformule op

Slide 4 - Tekstslide

Stel de woordformule op
Lia gaat een posters laten afdrukken voor een school feestje.
Voor het ontwerp betaald zij 20 euro. Per poster betaald zij daarnaast 3 euro druk kosten.

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag

Slide 5 - Tekstslide

Stel de woordformule op
aantal x 3 + 20 = bedrag


Hoeveel betaald Lia als ze 6 posters koopt?

Slide 6 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedragv

Hoeveel betaald Lia als ze 6 posters koopt?


Slide 7 - Tekstslide

Stel de woordformule op
aantal x 3 + 20 = bedrag

Lia koopt maximaal 10 posters.
Maak een tabel en een grafiek bij deze woordformule

Slide 8 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag

Lia koopt maximaal 10 posters.
Maak een tabel en een grafiek bij deze woordformule
poster
0
2
4
6
8
bedrag
20
26
32
38
44

Slide 9 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag



Wat is het startgetal van deze grafiek?
Wat is het hellingsgetal? 

poster
0
2
4
6
8
bedrag
20
26
32
38
44

Slide 10 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag



Wat is het startgetal van deze grafiek? 20
Wat is het hellingsgetal? 3

poster
0
2
4
6
8
bedrag
20
26
32
38
44

Slide 11 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag




Klopt het dat de grafiek door punt (12,56) gaat?

poster
0
2
4
6
8
bedrag
20
26
32
38
44

Slide 12 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag




Klopt het dat de grafiek door punt (12,56) gaat?
Ja dat klopt: 20 + 3 x 12 = 56

poster
0
2
4
6
8
bedrag
20
26
32
38
44

Slide 13 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag


Hoe heet een grafiek met een rechte lijn? 

Slide 14 - Tekstslide

Stel de woordformule op
20 + 3 x posters = bedrag


Hoe heet een grafiek met een rechte lijn? 
Lineaire grafiek

Slide 15 - Tekstslide

Lineaire grafiek


Teken een grafiek die door de punten A (1,3) B (2,1) gaat.

Slide 16 - Tekstslide

Grafiek

Slide 17 - Tekstslide

Stel een formule op

Slide 18 - Tekstslide

Stel een formule op
1. Waar start de grafiek? 
2. Stijgt of daalt hij?
3. Lees roosterpunten af en maak tabel
4. Hoe groot is de stap?
5. Stel de formule op

Slide 19 - Tekstslide

Vandaag

Maak de gemengde opg.


Bereid je goed voor op de toets.
maak ook nog de samenvatting, test jezelf en extra opg

Slide 20 - Tekstslide