3V: 2.4 Heeft de overheid invloed? (2 lessen)

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 1 - Tekstslide

Welke inkomsten
heeft onze overheid?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Inkomsten van de overheid
  • Belastingen
       - direct belastingen
       - indirect belastingen
  • Sociale premies
       - werknemersverzekeringen
       - volksverzekeringen
  • Niet-belasting ontvangsten
       - aardgas baten
       - boetes

Slide 4 - Tekstslide

Belastingen
De belastingen zijn onder te verdelen in:
  • directe belastingen 🡪 belasting op inkomen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt zoals loon-, inkomsten- en vennootschapsbelasting
  • indirecte belastingen 🡪 kostprijsverhogende belastingen die je via een leverancier betaalt zoals BTW en accijns

Slide 5 - Tekstslide

Van bruto naar nettoloon




Voorbeeld:
Je brutoloon is € 1.886. Daarop wordt € 175 aan loonbelasting ingehouden
en € 112 aan sociale premies. Hoeveel is je netto loon?
  • je nettoloon = € 1.886 – (€ 175 + € 112) = € 1.599


Slide 6 - Tekstslide

Maken opgave 13 blz. 69
Klaar? Maken opgave 11 en 12 blz. 69
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Belastingschijven

Slide 9 - Tekstslide

Afmaken opgave 11 t/m 13 
blz. 69

Klaar? Maken 2.4: 55 t/m 63 blz. 59

Slide 10 - Tekstslide

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 11 - Tekstslide

Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)
De BTW  wordt opgeteld bij de verkoopprijs. 
De leverancier draagt de BTW af aan de belastingdienst.







Slide 12 - Tekstslide

Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

Slide 13 - Tekstslide

Accijns
Accijns en milieuheffingen zijn bedoelt om het gebruik van producten te ontmoedigen.
(zoals brandstoffen, energie, alcohol, frisdranken en tabak) 

Slide 14 - Tekstslide

Inclusief BTW berekenen
De prijs inclusief BTW  bereken je als volgt:




Voorbeeld:
De prijs van een fiets exclusief BTW is € 200. Het BTW-tarief in 21%.

Slide 15 - Tekstslide

Exclusief BTW berekenen
De prijs exclusief BTW bereken je als volgt:



Voorbeeld:
De prijs van een brood is € 3,75 inclusief BTW. Het BTW-tarief is 9%.

Slide 16 - Tekstslide

Maken opgave 14 blz. 69
Klaar? Maken opgave 64 t/m 67 blz. 61
timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een indirecte belasting?
A
loonbelasting
B
vermogensbelasting
C
vennootschapsbelasting
D
BTW

Slide 19 - Quizvraag

Welk loon is hoger, bruto of netto loon?
A
bruto loon
B
netto loon
C
ze zijn gelijk

Slide 20 - Quizvraag

De nieuwste iPhone 14 kost € 1.019 in de winkel. Hoeveel BTW zit daar in?
A
€ 91,71
B
€ 162,12
C
€ 176,85
D
€ 842,15

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag met het huiswerk
- Paragraaf 2.4: 55 t/m 67 blz. 58
- Rekenen H2: 11 t/m 14 blz. 69

Slide 22 - Tekstslide

Opgave 66 (BTW)
Een elektronicawinkel heeft jaarlijks een actie waarbij de consument de BTW niet hoeft te betalen.
a. Wat betaalt een consument voor een tablet die normaal € 299 kost tijdens deze actie?
  • € 299 ÷ 121 x 100 = € 247,11
b. Een klant rekent € 123,94 af voor drie gelijk geprijsde computerspellen. Wat was de verkoopprijs inclusief btw per computerspel?
  • prijs exclusief btw van één product is € 123,94 ÷ 3 = € 41,31
  • prijs inclusief btw van één product is € 41,31 ÷ 100 × 121 = € 49,99



Slide 23 - Tekstslide

Opgave 67 (benzineprijs)
Bekijk de afbeelding.
a. Bereken het bedrag dat per liter benzine aan indirecte belastingen
 wordt betaald.
  • (17% + 47%) × € 1,655 = € 1,0592
b. De BTW op benzine is 21%. Toon aan dat dit ongeveer 17% van de totaalprijs van benzine is.
  • 21 ÷ 121 × 100% = 17,36%
Leg uit wat de overheid wil bereiken met het heffen van accijns op benzine.
  • de overheid wil autorijden tegengaan omdat het het milieu vervuilt
d. Bereken de verkoopprijs inclusief BTW van een liter benzine als er geen accijns door de overheid zou worden geheven.
  • (25% + 11%) × € 1,655 × 1,21 = € 0,72



Slide 24 - Tekstslide