Je snapt waarom toegevoegde waarde dezelfde hoogte geeft als het primair inkomen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Primair inkomen
Je kent de 5 soorten primair inkomen
Je snapt waarom toegevoegde waarde dezelfde hoogte geeft als het primair inkomen
Slide 1 - Tekstslide
Wat is ook alweer toegevoegde waarde?
Slide 2 - Open vraag
Hoe voeg jij met jouw baantje waarde toe?
Slide 3 - Open vraag
Bedrijfskolom brood
Slide 4 - Tekstslide
Hoe groot is de toegevoegde waarde van de scooterfabriek
A
€ 785
B
€ 670
C
€ 165
D
€ 1.290
Slide 5 - Quizvraag
Subjectieve methode
Subjecten = personen
Optelsom van de beloning van de productiefactoren (inkomens) in een land. De optelsom van alle inkomens geeft het NBI (Netto binnenlands inkomen = Netto binnelands product)
Slide 6 - Tekstslide
Oefenen
Hfst 1, Paragraaf 2, vraag 1,2,4 en 5 (30 minuten)
Slide 7 - Tekstslide
Noem de 4 productiefactoren
Slide 8 - Open vraag
Productiefactoren
Slide 9 - Tekstslide
5 soorten primair inkomen
De optelsom van onderstaande inkomens geeft de hoogte van het Netto Binnenlands Product (NBP = NBI)
Productiefactor
Soort inkomen
Natuur
Pacht
Arbeid
Loon
Kapitaal
Rente, Huur
Ondernemerschap
Winst
Slide 10 - Tekstslide
De chipsfabriekant gebruikt de toegevoegde waarde om:
Loon, huur, rente, pacht te betalen + winst voor zichzelf