H6 procenten BB
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
breuk
procent
decimaal getal
Slide 2 - Sleepvraag
Sleep de cirkel naar de juiste breuk.
122
124
123
121
Slide 3 - Sleepvraag
Maak van elke breuk een percentage
10 %
20%
25%
33,3 %
50%
Slide 4 - Sleepvraag
Breuken kun je omrekenen naar procenten.
Zet het gelijkwaardige percentage bij de breuk.
Slide 5 - Sleepvraag
Procenten kun je omrekenen naar breuken.
Zet de gelijkwaardige breuk bij het percentage.
Slide 6 - Sleepvraag
33,3%
75%
29,95
33,3
Procent
0,5
Decimaal
Breuk
Slide 7 - Sleepvraag
7
3
1
9
In de breuk 3/9 is de teller
In de breuk 3/7 is de noemer
In de breuk 1/7 is de teller
In de breuk 1/9 is de noemer
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de juiste breuk naar de juiste procenten
75%
50%
20%
3/4
1/2
1/5
Slide 9 - Sleepvraag
Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel
Slide 10 - Sleepvraag
Teken een verhoudingstabel.
Gebruik je rekenmachine.
Hoeveel euro korting krijg je?
A
40%
B
€40,00
C
€320,00
D
€480,00
Slide 11 - Quizvraag
Teken een verhoudingstabel.
Gebruik je rekenmachine.
Wat is de nieuwe prijs van de fiets?
A
40%
B
€40,00
C
€320,00
D
€480,00
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel € korting
krijg je op dit shirt?
krijg je op dit shirt?
A
€60
B
€15
C
€51
D
€9
Slide 13 - Quizvraag
50% korting van €30,- is...?
A
€10
B
€15
C
€20
D
€25
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel korting krijg je?
A
€58,00
B
€85,00
C
€522,00
D
€500,00
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent het als René korting
krijgt?
krijgt?
A
ze moet meer betalen dan €80,00
B
Ze moet minder betalen dan €80,00
Slide 16 - Quizvraag
Bij een korting van 25%. Kun je delen door?
A
25
B
4
C
2,5
D
10
Slide 17 - Quizvraag
Korting betekent dus....
A
minder betalen
B
meer betalen
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel korting krijg je?
A
€80,00
B
40%
Slide 19 - Quizvraag
Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting.
De korting is:
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80
