Argumenteren 6e ed cursus 6

Bespreek opdracht 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bespreek opdracht 1

Slide 1 - Tekstslide

tegenargumenten en weerleggingen
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument (of een tegenargument).

Voorbeelden:

De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken (standpunt); ze zitten immers te springen om donororganen (argument). 
Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor (tegenargument). 


Ik wil niet meer naar Italië op vakantie (standpunt), want je kunt er in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten krijgen (argument).
Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels (weerlegging).

Slide 2 - Tekstslide

Zijn er nog vragen over paragraaf 1?
Maak opdracht 2 en 5

Slide 3 - Tekstslide

Maak de opdrachten
Maak 1, 2, 3: sla tekst 3 over
(5, 6)

Slide 4 - Tekstslide

Argumenteren par. 3, blz. 205: argumentatieschema's
Geheel van argumenten en standpunt = redenering 

Verband tussen argument(en) en standpunt = argumentatieschema

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek opdracht 1 
Maak 2 en 3 

Slide 6 - Tekstslide

Drogredenen
Bespreek opdr. 1 blz. 209

Slide 7 - Tekstslide

Drogredenen: onjuist gebruik van een argumentatie schema:
onjuist beroep op : oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen (overdrijving of vals dilemma)
voorbeelden (overhaaste generalisatie)
verkeerde vergelijking
onjuiste autoriteit

Slide 8 - Tekstslide

Onjuist oorzaak-gevolgschema: De aanstelling van die nieuwe rector is een slechte zaak, want de eindexamencijfers waren veel slechter dit jaar.

Onjuist kenmerk of eigenschapsschema: Die docent is altijd goed gekleed: ze moet wel goed lesgeven.
Overdrijven voor-en nadelen: Je kunt beter niet op wintersport, want dat is onbetaalbaar, verschrikkelijk slecht voor het milieu en je breekt vast je been.





Slide 9 - Tekstslide

Bespreek opdracht 2 blz. 211

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht

Slide 11 - Tekstslide