Financiële rekenvaardigheden voor 4 mavo

Financiële rekenvaardigheden voor 4 mavo
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Financiële rekenvaardigheden voor 4 mavo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je van maand naar week rekenen, bruto en netto winst berekenen, de afschrijving berekenen, rekenen met enkelvoudige en samengestelde interest, CPI berekenen, rente en aflossing van een lening berekenen, en de consumentenprijs berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les de leerdoelen uit. Dit geeft de leerlingen een duidelijk beeld van wat ze kunnen verwachten.
welke procent sommen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reken je van
maand naar week?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van maand naar week rekenen
Maand naar week: bedrag x 12 : 52
Van week naar maand: bedrag x 52 : 12

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van hoe je dit doet en laat de leerlingen het zelf proberen.
Wat is het verschil tussen
de bruto en netto winst?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bruto en netto winst berekenen
Bruto winst is de omzet minus de inkoopwaarde van de goederen. Netto winst is de bruto winst minus de bedrijfskosten.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat bruto en netto winst is en laat de leerlingen een voorbeeld uitwerken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is afschrijving?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afschrijving berekenen
De afschrijving is de waardevermindering van een product over de levensduur. Dit bereken je door de aanschafprijs - de restwaarde te delen door het aantal jaren dat het product meegaat.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen een voorbeeld uitwerken en bespreek de uitkomsten.
Wat is het verschil tussen
enkelvoudige en samengestelde rente?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige interest
Bij enkelvoudige interest wordt er alleen rente berekend over het oorspronkelijke bedrag. Dit kun je vervolgens vermenigvuldigen met het aantal jaren.

Slide 17 - Tekstslide

Bespreek een voorbeeld en laat de leerlingen de formule zien.
Samengestelde interest
Bij samengestelde interest wordt er rente berekend over het oorspronkelijke bedrag plus de opgebouwde rente. Rente op rente dus.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen een voorbeeld uitwerken en bespreek de uitkomsten.
Hoe bereken je de koopkracht?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nominaal - inflatie =  reëel (koopkracht)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het CPI ook al weer?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

CPI berekenen
De CPI is de consumentenprijsindex en geeft aan hoe de prijzen van goederen en diensten zich ontwikkelen ten opzichte van een vastgestelde periode. Je rekent het uit door de verschillende artikelgroepen te vermenigvuldigen met het indexcijfers, deze antwoorden bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aan wegingsfactoren.

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit wat de CPI is en waar het voor gebruikt wordt.
Wat is het verschil tussen
rente en aflossen?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rente en aflossing van een lening
Bij het aflossen van een lening betaal je rente en een deel van de lening terug. Dit heet aflossing. De rente wordt berekend over het nog openstaande bedrag. Rente is dus de extra vergoeding die betaald word. Dit noem je ook wel de kredietkosten. Alles wat je extra betaald hebt boven op het terugbetalen van je lening.

Slide 27 - Tekstslide

Laat de leerlingen een voorbeeld uitwerken en bespreek de uitkomsten.
Wat is het verschil tussen de
verkoop en consumentenprijs?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenprijs berekenen
De consumentenprijs is de prijs die de consument betaalt voor een product. Dit is inclusief btw.

Slide 30 - Tekstslide

Leg uit wat de consumentenprijs is en laat de leerlingen een voorbeeld uitwerken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Nu gaan we oefenen met verschillende opdrachten.

Slide 32 - Tekstslide

Geef de leerlingen verschillende opdrachten om de geleerde stof te oefenen.
Hoe bereken je de consumentenprijs?
A
Inclusief btw
B
Met een vast bedrag aan btw
C
Met een variabel bedrag aan btw
D
Exclusief btw

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de afschrijving?
A
(Aanschafprijs - Restwaarde) / Aantal jaren
B
Aanschafprijs / Restwaarde
C
Aanschafprijs x Restwaarde
D
Aanschafprijs + Restwaarde

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is enkelvoudige interest?
A
Rente over afbetaalde bedrag
B
Rente over oorspronkelijke bedrag en opgebouwde rente
C
Rente over opgebouwde rente
D
Rente over oorspronkelijke bedrag

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de netto winst?
A
Bruto winst - bedrijfskosten
B
Omzet - inkoopwaarde
C
Bedrijfskosten / Bruto winst
D
Inkoopwaarde x Omzet

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
We hebben vandaag geleerd hoe je van maand naar week kan rekenen, bruto en netto winst kan berekenen, de afschrijving kan berekenen, kan rekenen met enkelvoudige en samengestelde interest, de CPI kan berekenen, rente en aflossing van een lening kan berekenen, en de consumentenprijs kan berekenen.

Slide 37 - Tekstslide

Bespreek de leerdoelen nogmaals en vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd vandaag.
Bedankt voor het volgen van deze les!

Slide 38 - Tekstslide

Sluit de les af en bedank de leerlingen voor hun aandacht en inzet.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 39 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 40 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 41 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.