In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vandaag 16 mei
Lesdoel
Start zinsontleding
Kennis ophalen zinsontleding klas 1
Zelf aan de slag
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van De Brug weet je weer hoe je de persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling uit de zin kan halen.
Slide 2 - Tekstslide
Verdeel de zin in zinsdelen.
1. Zij kijken elke avond naar de televisie.
Slide 3 - Open vraag
Verdeel de zin in zinsdelen.
2. De parkeerplaats is achter de school.
Slide 4 - Open vraag
Verdeel de zin in zinsdelen.
3. Op postzegels staat niet altijd een afbeelding.
Slide 5 - Open vraag
Schrijf van de volgende zinnen de pv (pv), het werkwoordelijk gezegde (wwg), het onderwerp (ond), het lijdend voorwerp (lv), het meewerkend voorwerp (mv), bijwoordelijke bepaling (bwb). Als een zinsdeel niet in de zin voorkomt, zet je een streepje.
Van sommige Nederlandse dialecten zijn boeken met speciale spellingsregels onlangs verschenen.
Slide 6 - Open vraag
Schrijf van de volgende zinnen de pv (pv), het werkwoordelijk gezegde (wwg), het onderwerp (ond), het lijdend voorwerp (lv), het meewerkend voorwerp (mv), bijwoordelijke bepaling (bwb). Als een zinsdeel niet in de zin voorkomt, zet je een streepje.
Met aantrekkelijke advertenties proberen webwinkels de surfers op het internet hun producten te verkopen.
Slide 7 - Open vraag
Schrijf van de volgende zinnen de pv (pv), het werkwoordelijk gezegde (wwg), het onderwerp (ond), het lijdend voorwerp (lv), het meewerkend voorwerp (mv), bijwoordelijke bepaling (bwb). Als een zinsdeel niet in de zin voorkomt, zet je een streepje.
Gisteravond bood een bekende zangeres een van de deelnemers van de talentenshow haar opnamestudio aan voor de opname van een cd.
Slide 8 - Open vraag
Veel lezers stellen de redactieleden van een tijdschrift allerlei vragen.
(de redactieleden van een tijdschrift)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quizvraag
Het gepubliceerde antwoord is voor alle lezers van het blad bedoeld.
(voor alle lezers van het blad)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 10 - Quizvraag
Voor de redactie is het vinden van een antwoord soms een lastige klus.
(het vinden van een antwoord)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quizvraag
Daarom schrijven ze wetenschappers brieven waarin ze verzoeken de vraag te beantwoorden.
(wetenschappers)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 12 - Quizvraag
Soms vraag ik me af hoe lezers sommige vragen durven te stellen.
(lezers)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quizvraag
Voor het komende nummer zullen twee extra pagina's met vragen en antwoorden worden gereserveerd.
(Voor het komende nummer)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 14 - Quizvraag
Omdat ik deze rubriek zo ontzettend leuk vind, is dat voor mij de reden het nummer zeker te kopen.
(voor mij)
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 15 - Quizvraag
Huiswerk dinsdag 17 mei
2 havo
opdr. 1 t/m 5 op blz. 254-257
2 vwo
opdr. 1, 2, 3, 4 en 6.1, 6.3, 6.4, 6.5 op blz. 257-261