Leereenheid 9 Leertheorieën deel 3 thuis

1 / 16
volgende
Slide 1: Interactive video met 15 slides
LSB L&LMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

15

Slide 1 - Video

00:56
Wat is het idee achter het basisschema van motorisch leren?

Slide 2 - Open vraag

02:06
Wat is het doel van feedback geven?

Slide 3 - Open vraag

02:53
Geef een voorbeeld van feedback op proces

Slide 4 - Open vraag

02:54
Geef een voorbeeld van extrinsieke feedback.

Slide 5 - Open vraag

06:21
Welk aanpakgedrag moet een deelnemer hebben als je die persoon auditieve feedback wilt geven?
A
Momentaanpak
B
Foutenanalyserende aanpak
C
Mentale aanpak
D
Doelgerichte aanpak

Slide 6 - Quizvraag

07:22
Wat zijn belangrijke zaken waaraan je moet denken als je correcties gaat geven?

Slide 7 - Open vraag

08:02
Noem de 4 fasen van het motorisch leerproces.

Slide 8 - Open vraag

09:22
Wat zijn de 5 belangrijkste didactische consequenties bij de oriëntatiefase?

Slide 9 - Open vraag

09:49
Wat zijn de 4 belangrijkste didactische consequenties bij de grof motorische fase?

Slide 10 - Open vraag

10:26
Geef een voorbeeld waarbij je een didactische consequentie toepast in de les terwijl zij in de verfijningsfase zitten.

Slide 11 - Open vraag

10:46
Geef een voorbeeld waarbij een transfer van een beweging plaats vindt.

Slide 12 - Open vraag

13:22
Je gaat een nieuwe beweging bij voetbal aanleren. Hoeveel rust geef jij tussen de herhalingen?
A
Regelmatig langere rustpauzes
B
Korte pauzes tussen de oefeningen.
C
Veel rust momenten omdat dit risicovolle beweging is.
D
Geen rust momenten

Slide 13 - Quizvraag

13:23
Wat is het verschil tussen de oefeningen die je gaat verzinnen in de Oriëntatiefase en de automatiseringsfase?

Slide 14 - Open vraag

14:20
Waarom moet je variëren?
A
Ter stimulatie en ter motivatie
B
komen tot automatisering en stabilisatie
C
Om te leren in verschillende situaties
D
Omdat het dan langer blijft hangen

Slide 15 - Quizvraag

14:51
Geef een voorbeeld van een oefening waarbij je een bewegingsverbinding maakt.

Slide 16 - Open vraag