nieren en urinewegen

Volgende week
aandoeningen urinewegstelsel.
Lees (HARDOP) bladzijde 297-299
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Volgende week
aandoeningen urinewegstelsel.
Lees (HARDOP) bladzijde 297-299

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nieren en urinewegen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Doelen. 
Aan het einde van de les kun jij:

- benoemen uit welke organen het urinewegstelsel bestaat
- de organen aanwijzen in een schematische afbeelding
- benoemen wat incontinentiemateriaal is
- cliënten hulp bieden bij de uitscheiding van urine

Slide 5 - Tekstslide

Urinewegstelsel
doel: 
zorgt ervoor dat afvalstoffen het lichaam via de urine kunnen verlaten

Slide 6 - Tekstslide

uit welke organen bestaat het urinewegstelsel?

Slide 7 - Woordweb

De organen zijn:
Nieren
Urineleiders
Blaas 
Urinebuis

Slide 8 - Tekstslide

Nieren
het filteren van het bloed --> schadelijke stoffen en afvalstoffen worden eruit gehaald
Overtollig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd

deze afvalstoffen worden URINE

Slide 9 - Tekstslide

Per 24 uur wordt 18 liter urine geproduceerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

1 tot anderhalve liter
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die twee tot zesmaal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.

Slide 11 - Tekstslide

Blaas
verzamelplek voor urine
> halve liter bij volwassenen
ouderen en kinderen minder inhoud
bij 300-400 ml. krijgen de hersenen een signaal dat je moet plassen

Slide 12 - Tekstslide

urineleider
Loopt van de nieren naar de blaas. 
Ongeveer 30 cm lang. 
Als de blaas vol is dan dicht zodat urine niet terug kan stromen naar de nieren.

Slide 13 - Tekstslide

urinebuis
Van de blaas naar de plek waar urine lichaam verlaat
Mannen langere urinebuis dan vrouwen

Slide 14 - Tekstslide

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 15 - Tekstslide

incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak!
Houdt hier rekening mee!

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken incontinentie
operatie
verzwakte bekkenbodemspieren
niet (meer) voelen van de prikkel
niet (meer) begrijpen 

Slide 17 - Tekstslide

Incontinentiemateraal
Geen luiers!
Regelmatig verschonen
Incontinentiemateriaal gebruiken dat is geadviseerd
Wel naar toilet laten gaan

Slide 18 - Tekstslide

Verschillende soorten en maten

Slide 19 - Tekstslide

welke stelling over incontinentie is NIET WAAR
A
Goede huidverzorging is belangrijk
B
Incontinentiemateriaal verschoon je op vaste momenten
C
het bed bescherm je met een matje
D
Goede hygiëne is belangrijk

Slide 20 - Quizvraag

Incontinentiemateriaal verschoon je NIET op vaste momenten
als het eerder nodig is doe je dat!
- Niet onnodig lang laten liggen / zitten in urine

Slide 21 - Tekstslide

het bed bescherm je met een matje
meestal wel waar maar:
dit mag alleen niet wanneer de zorgvrager last heeft van doorligplekken...

Slide 22 - Tekstslide

Goede huidverzorging is belangrijk
Urine en ontlasting kunnen de huid irriteren waardoor deze kapot gaat

Slide 23 - Tekstslide

Goede hygiëne is belangrijk
Tegengaan nare geurtjes
Huid wassen en daarna insmeren met huid beschermende crème 

Slide 24 - Tekstslide

Wat doe je nog meer als helpende in de 'uitscheiding van urine'?

Slide 25 - Open vraag

Hulpmiddelen gebruiken

Slide 26 - Tekstslide

Observatiepunten urine

Slide 27 - Tekstslide

Waar let je op bij urine?

Slide 28 - Woordweb

Observatiepunten urine:
1. Frequentie
2. Hoeveelheid
3. Kleur
4. Helderheid
5. Geur
6. klachten bij plassen

Slide 29 - Tekstslide

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 30 - Sleepvraag

De functie van de blaas is ...
A
Filteren van urine
B
Urine vormen
C
Tijdelijk opslaan van urine
D
Voert urine af

Slide 31 - Quizvraag

De organen waaruit het urinewegstelsel bestaat zijn:
A
Nieren, Bijnieren urineleiders, blaas
B
Urineleider, Urinebuis, Urineblaas
C
Nieren, urineleiders, urinebuis en blaas
D
Nieren, urinebuis, Blaas en vagina of penis

Slide 32 - Quizvraag

Doel gehaald?

Slide 33 - Tekstslide

Vragen

Slide 34 - Tekstslide

Volgende week
Klachten urinestelsel (bladzijde 297-299)
Rapporteren (SOEP/SOAP)  

Slide 35 - Tekstslide

Rapporteren
SOEP / SOAP

Slide 36 - Tekstslide

oefenen met een rapportage!
Lees de tekst op bladzijde 295 en schrijf hiervoor een rapportage.

Slide 37 - Tekstslide

Hulpmiddel bij rapporteren 
SOAP methode 
Kan helpen om rapportage concreet en duidelijk op te schrijven 

Slide 38 - Tekstslide

Wat is SOAP?
Subjectief: informatie afkomstig van de cliënt of mantelzorg.
Objectief: directe observatie van de situatie met feitelijke waarnemingen.
Analyse: de conclusie op basis van de subjectieve en objectieve gegevens.
Plan: het plan dat is of gaat worden uitgevoerd.

De SOAP-werkwijze structureert het rapporteren, het geeft overzicht en biedt veel mogelijkheden om beter te observeren en te analyseren en daarmee vervolgens betere zorg te leveren.

Slide 39 - Tekstslide