Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Maatwerk V2 8.6. nv ontleden, voorzetsels 3de
Willkommen!
Frau Rörig
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Willkommen!
Frau Rörig
Slide 1 - Tekstslide
classroom
hzoe7tu
Lesson Up
Komende weken: meet in classroom gebruiken!
Slide 2 - Tekstslide
Programm Dienstag, 8.6.2021
Fragen? Wünsche?
naamvallen
voorzetsels 3de nv
Slide 3 - Tekstslide
die Fälle (naamvallen)
Slide 4 - Tekstslide
Die Mutter schickt dem Lehrer eine Mail.
schickt
dem Lehrer
die Mutter
eine Mail
het gezegde
het onderwerp
het leidend voorwerp
het meewerkend onderwerp
Slide 5 - Sleepvraag
Het gezegde
(das Prädikat)
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
.
-> alle werkwoordvormen in de zin
hier:
gibt
Slide 6 - Tekstslide
Het onderwerp
(das Subjekt)
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
.
-> Wie/Wat + gezegde
-> Wer/Was gibt?
hier:
Der Lehrer
Slide 7 - Tekstslide
Het leidend voorwerp
(das direkte Objekt)
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
.
-> Wie/Wat + gezegde + onderwerp
->
Wer/Was
wird
gegeben
?
(Passiv)
hier:
die Note
Slide 8 - Tekstslide
Het meewerkend voorwerp
(das
in
direkte Objekt)
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
.
-> Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp
->
Wem
wird
gegeben
?
(Passiv)
hier:
dem Schüler
Slide 9 - Tekstslide
Naamvallen (Fälle) -> zinsonderdeel
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
.
onderwerp -> 1. naamval (Nominativ)
meewerkend voorwerp -> 3. naamval (Dativ)
leidend voorwerp -> 4. naamval (Akkusativ)
bezitrelatie -> 2. naamval (Genitiv)
Slide 10 - Tekstslide
männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
der Mann
ein Mann
die Frau
eine Frau
das Kind
ein Kind
die Kinder
keine Kinder
2.
d
e
s
Mann
e
s
ein
es
Mann
es
d
er
Frau
einer Frau
d
es
Kind
es
ein
es
Kind
es
d
er
Kinder
kein
er
Kinder
3.
d
e
m
Mann
ein
em
Mann
d
er
Frau
ein
er
Frau
d
em
Kind
ein
em
Kind
d
en
Kinder
n
kein
en
Kinder
n
4.
d
e
n
Mann
ein
en
Mann
di
e
Frau
ein
e
Frau
das Kind
ein Kind
di
e
Kinder
kein
e
Kinder
Formen der Ein-Gruppe
Slide 11 - Tekstslide
Wörter der Der - Gruppe
deze, dit
elke, iedere
sommige
zulke, zo'n
welke
alle
der, die, das
dies-
jed-
manch-
solch-
welch-
alle
Slide 12 - Tekstslide
Wörter der Ein-Gruppe
ein, eine
kein, keine
mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-
(bezittelijke voornaamwoorden
)
Slide 13 - Tekstslide
Nominativ
1de naamval
Akkusativ
4de naamval
Dativ
3de naamval
jedes Kind
dieFreundin
jeder Mutter
dem Kind
mancher Freundin
der Freund
die Mütter
den Spielern
die Mutter
die Spieler
unseren Freund
den Müttern
den Spieler
der Spieler
manche Kinder
ihren Kindern
eurem Spieler
dem Freund
allen Freundinnen
die Freunde
meine Spieler
Slide 14 - Sleepvraag
G2 / P2
Slide 15 - Tekstslide
Wann gebraucht man den Dativ (3de nv) noch?
Slide 16 - Open vraag
Präpositionen mit Dativ
aus
uit
außer
behalve
bei
bij
entgegen
tegemoet
mit
met
gegenüber
tegenover
nach
na, naar
seit
sinds
von
van
zu
bij, naar
Slide 17 - Tekstslide
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
außer
entgegen
gegenüber
tegenover
van
tegemoet
met
uit
bij,naar
na, naar
behalve
bij
sinds
Slide 18 - Sleepvraag
bij mijn moeder
A
mit meiner Mutter
B
mit meine Mutter
C
bei meiner Mutter
D
bei meine Mutter
Slide 19 - Quizvraag
behalve jouw vader
A
außer mein Vater
B
außer meiner Vater
C
außer meinen Vater
D
außer meinem Vater
Slide 20 - Quizvraag
met alle kinderen
A
mit alle Kindern
B
mit alles Kinder
C
mit allen Kindern
D
mit allem Kinder
Slide 21 - Quizvraag
naar
nach, zu, in
Slide 22 - Tekstslide
nach
Ich fahre nach....
Städte Köln, Berlin, Amsterdam
Länder Deutschland, Frankreich, Amerika
Richtung rechts, links, oben, Norden
Hause =
naar huis
Slide 23 - Tekstslide
zu
Ich gehe zu....
Personen meinen Eltern, Oma, Peter, Arzt
Dingen/gebouwen Schule, Bahnhof, Schrank
Ich bin zu Hause
= thuis
Slide 24 - Tekstslide
Ich fahre morgen ... Amsterdam.
A
in
B
nach
C
zu
Slide 25 - Quizvraag
in
Ich fahre ...
Landen met lidwoord
in die Schweiz, in die Türkei
Ich gehe....
vaste uitdrukkingen
ins Kino, in die Schule, ins Theater
Slide 26 - Tekstslide
Wir fahren ... die Schweiz
A
nach
B
in
Slide 27 - Quizvraag
Wie komme ich ... dir?
A
nach
B
zu
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Maatwerk V2 1.6. nv ontleden, voorzetsels 3de
Mei 2021
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Maatwerk V2 25.5. nv ontleden, Formen
Mei 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
V4 18.11. Ontleden, Schrijfmodule deel 2 oefening 1, “Ich hatte Glück”
November 2024
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
13.4. Toetsvorbereitung Plusklassen/Gymnsium
April 2021
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.9. Einführung K8 3de nav, K10
September 2021
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2d 18.6 naamvallen 1+4, Der- Gruppe, Ein-Gruppe
Juni 2021
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A2b 11.4. K6 C
April 2022
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
A2b 25.5. Wh k6
Mei 2022
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1