In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lezen - H2.3
Slide 1 - Tekstslide
Start van de les
IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
Tas op de grond.
Telefoon en sleutels in je tas
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
In deze paragraaf leer je:
• informatieve teksten lezen;
• onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken;
• een eenvoudige tekst beknopt samenvatten;
• relaties tussen alinea’s leggen;
• onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Slide 3 - Tekstslide
Even herhalen
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het tekstdoel als de schrijver uitlegt hoe iets werkt of hoe je iets moet doen?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel als de schrijver de lezer wil vermaken?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 6 - Quizvraag
Een samenvatting van de tekst in 1 zin is de......
Slide 7 - Open vraag
Feiten en meningen
Het is belangrijk om het onderscheid tussen een feit en een mening te kennen. Is het waar wat er staat of is het de mening van de schrijver?
• Een feit kun je controleren, bijvoorbeeld zien of meten.
• Een mening is wat iemand vindt. Een mening herken je soms aan woorden zoals ik vind, volgens mij, naar mijn mening, maar niet altijd.
Slide 8 - Tekstslide
Signaalwoorden
In een tekst geven signaalwoorden het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea’s.
Slide 9 - Tekstslide
Tekstverbanden
De relaties tussen verschillende delen van een tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaak - gevolg
Een tekstverband dat je vaak tegenkomt is ‘oorzaak en gevolg’: in het ene tekstdeel staat deoorzaak van iets, in het andere tekstdeel het gevolg. Signaalwoorden hiervoor zijn: doordat,
hierdoor, met als gevolg.
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaak - gevolg
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Maken
Opdracht 1 t/m 7 in het boek (blz. 80)
Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.