H8 paragraaf 4

Leerdoelen
H8 paragraaf 3
  • Je kunt uitleggen hoe de Europese Unie de handel tussen de lidstaten bevordert.
  • Je kunt uitleggen wat in de Europese Unie de interne markt is.
  • Je kunt uitleggen wat voor gevolgen een verandering van de wisselkoers heeft.
  • Je kunt uitleggen welke voordelen de euro heeft.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
H8 paragraaf 3
  • Je kunt uitleggen hoe de Europese Unie de handel tussen de lidstaten bevordert.
  • Je kunt uitleggen wat in de Europese Unie de interne markt is.
  • Je kunt uitleggen wat voor gevolgen een verandering van de wisselkoers heeft.
  • Je kunt uitleggen welke voordelen de euro heeft.


Slide 1 - Tekstslide

De Nederlandse overheid kan ondernemingen in Nederland beschermen tegen concurrentie uit het buitenland met protectiemaatregelen.
Geef een reden waarom de Nederlandse overheid ondernemingen in Nederland wil beschermen.

Slide 2 - Open vraag

Wat is voor de Nederlandse consument het voordeel dat Nederland lid is van de Europese Monetaire unie?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
H8 paragraaf 4
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen en zo de welvaart van landen met elkaar vergelijken.
  • Je kunt uitleggen waarmee je nog meer rekening moet houden als je de welvaart van landen met elkaar vergelijkt. 
  • Je kunt oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden noemen.
  • Je kunt problemen van ontwikkelingslanden in een vicieuze cirkel zetten.
  • Je kent het verschil tussen noodhulp en structurele hulp.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noteer 4 kenmerken van een ontwikkelingsland.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Waarom heeft het nationaal inkomen per persoon niet altijd een juist beeld van de welvaart in een land?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Maak de zinnen kloppend door de juiste woorden te kiezen. Doe het zo: Noteer de nummers (1), (2), (3) en (4) op je antwoordblad. Vul bij de nummers de juiste woorden in.

Kies uit: lange, korte, voedsel sturen, scholen bouwen.

Noodhulp is hulp op                termijn. Een voorbeeld hiervan is 


Structurele hulp is hulp op                termijn. Een voorbeeld hiervan is
...1...
...2...
...3...
...4...
lange
korte
voedsel sturen
scholen bouwen

Slide 17 - Sleepvraag

Toen Mulinwa naar Kampala verhuisde, dacht hij dat hij in een grote stad
snel werk zou vinden, maar dat viel tegen. Hij kwam in een krottenwijk
terecht en daar was grote armoede. Soms was er gelukkig wel hulp van
buitenaf. Dan kwam er een vrachtwagen met voedsel voor de mensen in
de krottenwijken.
Wat voor soort hulp is het geven van voedsel?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp

Slide 18 - Quizvraag