In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7 pincode
Slide 1 - Tekstslide
2 minuten Zelfstandig
00:02:00 (online-stopwatch.com)
3 minuten Samenwerken
Slide 2 - Tekstslide
Internationale handel
Slide 3 - Tekstslide
Internationale handel = import en export van handel tussen landen.
Voor Nederland is de internationale handel erg belangrijk. Nederland heeft een open economie
Internationale handel
Slide 4 - Tekstslide
gevolgen internationale handel
inkomen
werkgelegenheid
welvaart
Slide 5 - Tekstslide
Export en Import
EXPORT
IMPORT
Slide 6 - Tekstslide
Export
Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland.
Door export moet er meer geproduceerd worden en daardoor zijn er ook meer banen.
Slide 7 - Tekstslide
Wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.
Slide 8 - Tekstslide
Import
Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Ons land voert veel producten in en uit. Een deel van deze handel bestaat uit wederuitvoer.
Wat levert ons land het meeste economische voordeel op: de export van goederen die in ons land gemaakt zijn of de wederuitvoer?
Slide 11 - Open vraag
Kwaliteit
Goedkoper
Mist grondstoffen
Klimaat
Keuze
Importeren
Slide 12 - Woordweb
1. Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als munteenheid.
A
Onjuist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
2. Door de euro kun je de prijs van Spaanse producten makkelijker vergelijken met de prijs van producten uit Nederland.
A
onjuist
B
juist
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiten
Wat heb ik geleerd?
Wat vond ik moeilijk? Wat wil ik nog meer leren?
Slide 17 - Tekstslide
7.2
Wat doet de Europese Unie
Slide 18 - Tekstslide
DE EUROPESE UNIE
Slide 19 - Tekstslide
EU = Europese Unie:
Slide 20 - Tekstslide
Europese Unie
Waarom is er een Europese Unie?
Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?
Voordelen voor Nederland
Nadelen voor Nederland
Samenwerking voor vrede en stabiliteit binnen de EU (liefste Europa)
Grotere afzetmarkt voor bedrijven
De NL regering moet zich houden aan EU afspraken (=beperking macht en vrijheid in NL)
Concurrentie
Slide 21 - Tekstslide
Europese Unie
Nu zijn er
Slide 22 - Tekstslide
7.3
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen
Wat kenmerken van ontwikkelingslanden zijn
Hoe je de welvaart van landen kunt vergelijken
Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking uitrekent
Wat een vicieuze cirkel is
Slide 24 - Tekstslide
Ontwikkelingslanden
Landen waar veel armoede, een slechte gezondheidszorg
en weinig onderwijs is,
noem je ontwikkelingslanden.
Andere kenmerken die daarmee te maken hebben: ondervoeding, kindersterfte, analfabetisme, kinderarbeid.
Slide 25 - Tekstslide
Welvaart
Een land heeft veel welvaart als de inwoners in veel behoeften kunnen voorzien.
Alles wat de inwoners van een land samen verdienen, noem je het nationaal inkomen. Dat zegt niet zo veel over hun welvaart, want landen zijn niet even groot.
Daarom kijken economen liever naar het inkomen per hoofd van de bevolking. Dat is het gemiddelde inkomen per inwoner.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht 7
Stelling: In ontwikkelingslanden is er veel werkgelegenheid.
Eens
Oneens
Dit antwoord klopt
Slide 28 - Sleepvraag
Ruben heeft gehoord dat Niger een ontwikkelingsland is.
Geef van de volgende kenmerken aan of ze wel of niet horen bij een ontwikkelingsland.
Geen kenmerk ontwikkelingsland
Kenmerk ontwikkelingsland
Snelle bevolkingsgroei
Veel analfabetisme
Hoge levensverwachting
Slide 29 - Sleepvraag
Nakijken
Slide 30 - Tekstslide
7.4
Slide 31 - Tekstslide
Leerdoelen
Wat ontwikkelingssamenwerking is
Wat het verschil is tussen noodhulp en structurele hulp
Hoe je met fairtrade de mensen in ontwikkelingslanden helpt
Slide 32 - Tekstslide
Diverse fairtrade logo's
Slide 33 - Tekstslide
Fairtrade
Fairtrade betekent letterlijk: "eerlijke handel".
Boeren en andere producenten uit ontwikkelingslanden krijgen bij Fairtrade een betere prijs voor hun producten.
Ook bedrijven die slavernij tegen gaan, krijgen het Fairtrade-keurmerk.
Slide 34 - Tekstslide
subsidie
percentage
Ontwikkelingssamenwerking
fairtrade
investeren
eerlijke
Slide 35 - Sleepvraag
4.) Sleep de begrippen naar het juiste land.
Mexico
Italië
Eurozone
Vrijhandel
Fairtrade
Vreemd geld
Vicieuze cirkel
Slide 36 - Sleepvraag
In noodsituaties, zoals bij natuurrampen of hongersnood, hebben mensen meteen hulp nodig. Ze moeten eten en goed drinkwater hebben, onderdak en medische hulp. Dit noem je noodhulp.
Op de lange termijn is er meer nodig. Hulp om economisch zelfstandig te worden, noem je structurele hulp.