Het werkwoord avoir (hebben)

Le verbe "avoir"
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Le verbe "avoir"

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse vertaling van "avoir"?

Slide 2 - Open vraag

avoir au présent

Slide 3 - Woordweb

elle...un chat.
A
ai
B
a

Slide 4 - Quizvraag

j'....un stylo.
A
as
B
ai

Slide 5 - Quizvraag

tu...une balle.
A
as
B
avez

Slide 6 - Quizvraag

ils...un chien.
A
avons
B
ont

Slide 7 - Quizvraag

vous...une soeur.
A
ai
B
a
C
avons
D
avez

Slide 8 - Quizvraag

nous...un ordinateur.
A
avez
B
a
C
avons
D
ont

Slide 9 - Quizvraag

Ik begrijp le verbe "avoir"au présent
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll