zorgthema spijsvertering en hormonaal

zorgthema spijsvertering & hormonaal
QUIZ
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpijsverteringBeroepsopleidingHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

zorgthema spijsvertering & hormonaal
QUIZ

Slide 1 - Tekstslide

Deel 1 spijsvertering

Slide 2 - Tekstslide

hoeveel kilocalorieën levert 500 ml gluc 5% op?
A
200
B
50
C
100
D
150

Slide 3 - Quizvraag

Waar wordt gal gemaakt?
A
Lever
B
Galblaas

Slide 4 - Quizvraag

Waar vindt de volledige afbraak van eiwitten plaats?
A
maag
B
dikke darm
C
lever
D
dunne darm

Slide 5 - Quizvraag

Welke medicatie heeft een negatief effect op de peristaltiek?

Slide 6 - Open vraag

De lever heeft verschillende functies,
noem er minimaal 3

Slide 7 - Woordweb

Waar wordt het meeste water opgenomen?
A
jejunum
B
maag
C
duodenum
D
colon ascendens

Slide 8 - Quizvraag

Uit hoeveel categorieën bestaat de Bristol Stool Chart?
A
die bestaat niet
B
9
C
7
D
5

Slide 9 - Quizvraag

welke observaties kan je gebruiken om een beeld van je patiënt te krijgen m.b.t. het zorgthema spijsvertering?

Slide 10 - Woordweb

Zet de klinische aandachtspunten in de juiste volgorde
Defecatie
Afbraak &vertering
Intake & behoefte
Absorptie
Verwerking
Transport

Slide 11 - Sleepvraag

wat is het verschil tussen een paralytische en een mechanische ileus?

Slide 12 - Open vraag

De ernst van levercirrose wordt geclassificeerd d.m.v. Child-pugh- classificatie
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

wat hebben gynaecomastie, spider naevi, erythema palmare, testistrofie en xantheslasmata met elkaar gemeen?
A
niets
B
het zijn symptomen van een ziektebeeld
C
het zijn uiterlijke veranderingen

Slide 14 - Quizvraag

Deel 2 Hormonaal

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer?
Wat zijn hormonen (kies er 1)?
A
Insuline
B
Glycogeen
C
Glucagon
D
Glucose

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van alarmerende situaties met het hormonaal stelsel?

Slide 17 - Open vraag

De schildklier maakt T4 en T3 aan.
Wat is T4?
A
het actieve hormoon
B
een soort voorraad

Slide 18 - Quizvraag

Welke stoffen maakt de hypofyse aan?

Slide 19 - Open vraag

Epo wordt in de nierschors aangemaakt, welke belangrijke taak heeft dit hormoon?
A
Meer rode bloedplaatjes > Hemoglobine > Meer zuurstof in het bloed.
B
Epo zorgt voor een betere doorbloeding van spieren.
C
Meer witte bloedplaatjes > Hemoglobine > Meer zuurstof in het bloed.

Slide 20 - Quizvraag

Welke hormonen zorgen ervoor dat cortisol wordt geproduceerd?
A
Adrenaline
B
Noradrenaline
C
Adrenaline, Noradrenaline
D
ACTH, CRH

Slide 21 - Quizvraag

Welke 3 klinische aandachtspunten van het hormonaal stelsel worden onderscheiden?

Slide 22 - Open vraag

Kenmerken van een hypothyroïdie zijn?
A
tachycardie
B
droog haar
C
gezwollen gezicht
D
vermoeidheid

Slide 23 - Quizvraag

wat zijn voorbeelden van basis observaties van het hormonaal stelsel?

Slide 24 - Woordweb

Diabetische ketoacidose komt vooral voor bij
A
diabetes mellitus 1
B
diabetes mellitus 2

Slide 25 - Quizvraag

Glucagon wordt aangemaakt in de beta-cellen van de eilandjes van Langerhans
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

De ziekte van Addison kenmerkt zich door een tekort aan cortisol door een bijnierschorsinsufficiëntie.
Een Addison-crise kan worden uitgelokt door:
A
veel sporten
B
een infectie
C
een ongeluk
D
een operatie

Slide 27 - Quizvraag

RAAS systeem, zet in de juiste volgorde:
angiotensinogeen
angiotensine 1
angiotensine 2
renine
aldosteron
ACE

Slide 28 - Sleepvraag