bouw van pezen en spieren

meer eiwit is niet altijd beter
newscientist nov2024 blz. 94
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

meer eiwit is niet altijd beter
newscientist nov2024 blz. 94

Slide 1 - Tekstslide

19.1 Bouw van pezen en spieren

Slide 2 - Tekstslide

Sterkste spier van het lichaam?

Slide 3 - Tekstslide

Bouw van 
gewrichten

Botten/ Spieren
Pezen (spier=bot)
Banden (bot=bot)

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van pezen
Pezen bestaan voornamelijk uit bindweefselcellen (fibroblasten) omgeven door veel tussencelstof: collageen (gemaakt door die bindweefselcellen).
Pezen kunnen een klein beetje uitrekken.

Pezen zijn nauwelijks doorbloedt.
 

Slide 5 - Tekstslide

Bindweefsel/ tussencelstof
collageen, elastine, reticuline, hyaluronzuur
collageen, lijmstof
collageen, kalk
nauwelijks
tussencelstof

Slide 6 - Tekstslide

Fibroblasten - gap junctions
Bindweefselcellen zijn door tussencelstof verder van elkaar verwijderd. 

Om toch ‘informatie’ te kunnen uitwisselen (in de vorm van ionen/ secundaire boodschappers) staan deze cellen met eiwitkanalen – gap junctions – met elkaar in contact.

Slide 7 - Tekstslide

Fibroblasten - gap junctions

Slide 8 - Tekstslide

Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houd de spier aan het bot vast

Slide 10 - Quizvraag

Achillespees
  • De achillespees is de grootste pees in ons lichaam.
  • Tijdens het (hard)lopen spannen spieren zich samen en ontspannen. Bijvoorbeeld de kuitspier.
  • De achillespees wordt tijdens het lopen opgerekt en weer verkort.

Slide 11 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




1. De voet komt op de grond, de achillespees wordt een beetje in elkaar gedrukt (lichaamsgewicht)

Slide 12 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




2. De kuitspier trekt samen, de achillespees wordt opgerekt

Slide 13 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




3. Bij de afzet verkort de achillespees en komt energie vrij (veerenergie)

Slide 14 - Tekstslide

Soorten spieren
Skeletspieren

Gladde spieren

Hartspieren

Slide 15 - Tekstslide

Bouw skeletspieren
Spiervezel is opgebouwd uit samengesmolten spiercellen. Deze cellen hebben meerdere kernen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Skeletspieren (dwarsgespreept)

Slide 18 - Tekstslide

Gladde spieren
Enkelvoudige, niet vergroeide cellen. Zit rond inwendige organen zoals darmen, blaas, bloedvaten, baarmoeder. Combinatie van kringspieren en lengtespieren (antagonisten).
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.
 

Slide 19 - Tekstslide

Gladde spieren

Slide 20 - Tekstslide

Hartspieren
Dwarsgestreept spierweefsel met vertakkingen. Via Gap-junctions verbonden waardoor gecoördineerde samentrekking kan plaatsvinden.
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.

Slide 21 - Tekstslide

Hartspieren

Slide 22 - Tekstslide

Tot welk soort spiervezel hoort de skeletspier
A
gladde spiervezel
B
dwarsgestreepte spiervezel
C
hartspiervezel

Slide 23 - Quizvraag

Wat geven de
cijfers aan?
A
1-Dwarsgestreept 2-Hartspier 3-Gladde spieren
B
1-Hartspier 2-Gladde spieren 3-Dwarsgestreept
C
1-Gladde spieren 2-Dwarsgestreept 3-Hartspier
D
1-Hartspier 2-Dwarsgestreept 3-Gladde spieren

Slide 24 - Quizvraag

De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 25 - Quizvraag

gecoördineerd samentrekken

Slide 26 - Tekstslide

De motorische eenheid (motor unit) bestaat uit het axon van één motorneuron en alle spiervezels die door dit axon worden geïnnerveerd. Een spiervezel wordt altijd maar door één motorneuron geïnnerveerd, dus als deze verbinding wordt verbroken, kun je de spier niet meer gebruiken.
 

FIJNE motoriek: veel motorische eenheden + weinig spiervezels per motorische eenheid in de spier.
GROVE motoriek: weinig motorische eenheden + veel spiervezels per motorische eenheid in de spier.

Slide 27 - Tekstslide

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde van klein naar groot:
filament - spier - spierbundel - spierfibril - spiervezel

Slide 28 - Open vraag

In dwarsgestreept spierweefsel vormt een groep spiervezels samen met een zenuwcel een motorische eenheid. Enkele beweringen over dwarsgestreept spierweefsel zijn:
1 In een spier die zich in het lichaam gedeeltelijk samentrekt, zijn alle spiervezels gedeeltelijk
samengetrokken.
2 Een spiervezel die ontspannen is, verbruikt geen energie.
3 Een motorische eenheid heeft als geheel een prikkeldrempel.

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
alleen 1
B
1 en 2
C
alleen 3
D
2 en 3

Slide 29 - Quizvraag

Welke skeletspieren hebben de minste spiervezels per motorisch eenheid?

TIP: Bedenk wat de relatie is tussen het aantal spiervezels per motorische eenheid en de mate van fijne motoriek.
A
armspieren
B
beenspieren
C
tussenribspieren
D
vingerspieren

Slide 30 - Quizvraag