Engels H6

                         Engels Unit 6



oefentoets over Hoofdstuk 6 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

                         Engels Unit 6



oefentoets over Hoofdstuk 6 

Slide 1 - Tekstslide

Wat krijg je in de toets?
Words
- Vertalen van Ned > Eng
- Lees de tekst vul het juiste woord in
- Woorden vertalen van Ned > Eng in een zin




Slide 2 - Tekstslide

Wat krijg je in de toets?
Grammer 
- Dezelfde klank, maar een andere betekenis 



Slide 3 - Tekstslide

Wat krijg je in de toets?
Expressions 
- Maak het gesprek compleet (a,b,c etc.) invullen op de juiste plek

Slide 4 - Tekstslide

An Oscar is the highest film (award).
Vertaal het woord:
A
prijs
B
beker
C
winst

Slide 5 - Quizvraag

The battery was an (Invention) by Alessandro Volta.
vertaal het woord:
A
bedacht
B
uitvinding
C
ontwikkelen
D
uitvoeren

Slide 6 - Quizvraag

I don’t like to (gossip) about other people.
vertaal het woord:
A
roddelen
B
slecht horen
C
vertellen
D
bedenken

Slide 7 - Quizvraag

I don’t like to stand out and be in the (spotlight).
vertaal het woord:
A
schijnwerpen
B
licht
C
middelpunt
D
tafellamp

Slide 8 - Quizvraag

I really liked the Planet Earth (documentary).
vertaal het woord:
A
film
B
documentaire
C
serie
D
aflevering

Slide 9 - Quizvraag

What kind of (charity) is Greenpeace?
vertaal het woord:
A
verzorgen
B
goed doel
C
zorgen
D
doelpunt

Slide 10 - Quizvraag

I think John Green’s new (novel) is brilliant!
vertaal het woord:
A
horror
B
verzonnen
C
serie
D
roman

Slide 11 - Quizvraag

They’re going to (hire) someone new to work there.
vertaal het woord:
A
door verkopen
B
inhuren
C
aannemen
D
aangeven

Slide 12 - Quizvraag

Why didn’t anybody laugh when I tried (to make a joke?)
A
iemand iets vertellen
B
een verhaal uitleggen
C
een grapje maken
D
iemand uitlachen

Slide 13 - Quizvraag

Don’t you look (stylish) in your suit?
vertaal het woord:
A
kledingstijl
B
leefstijl
C
stijl haar
D
stijlvol

Slide 14 - Quizvraag

They will (release) a new film this summer.
vertaal het woord:
A
uitbrengen
B
verantwoorden
C
aanleveren
D
vertellen

Slide 15 - Quizvraag

(Where / Were) would you want to go on holiday?
kies de juiste vorm:
A
Where
B
Were

Slide 16 - Quizvraag

I think the film is much better (than / then) the book.
kies de juiste vorm:
A
Than
B
Then

Slide 17 - Quizvraag

(You're / Your) meeting Erin tonight, aren't you?
kies de juiste vorm:
A
you're
B
your

Slide 18 - Quizvraag

Where are the sunglasses ____ I left on the table?
kies uit: who of which
A
who
B
which

Slide 19 - Quizvraag

I'm sorry, I don't sell ____ pineapples.
kies uit: some of any
A
some
B
any

Slide 20 - Quizvraag

It takes time to (develop) a good computer game.
vertaal het woord:
A
verzorgen
B
beginnen
C
ontwikkelen
D
progressie

Slide 21 - Quizvraag



Good Luck!!! 


Veel succes met jullie toets van Hoofdstuk 6

Slide 22 - Tekstslide