Herhaling luisteren en kijken H1 en H2 nu 3F ed 2

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk
  • Herhaling H1 Luisteren en kijken 
of
  • Herhaling Woordenschat H1, 2 en 3.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een infographic?

Slide 3 - Open vraag

Noem een aantal kenmerken van een instructieve tekst.

Slide 4 - Open vraag

Huiswerk
  • paragraaf 3.2 en 3.3 en de examenopdracht
  • moeilijk? 
  • online of in het schrift?
  • vragen? 

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling H1 Luisteren en kijken
  • Je kiest een manier van kijken en luisteren die het best aansluit bij je doel.
  • Je haalt informatie uit het beeld bij de tekst en kunt de functies ervan benoemen.
  • Je maakt aantekeningen terwijl je kijkt en luistert.

Slide 6 - Tekstslide

gericht luisteren en kijken

Slide 7 - Woordweb

H1 samengevat
  • Let goed op het begin: onderwerp en deelonderwerpen
  • signaalwoorden
  • Functies van beeld: verduidelijken, informeren, sfeer oproepen en verluchtigen.
  • aantekeningen maken: lees vragen van tevoren, vaak wordt het belangrijkste herhaald.

Slide 8 - Tekstslide

  • Maak par. 1.1 gericht luisteren en kijken extra opdracht 1 online.
Tip: lees eerst alle vragen door en maak aantekeningen! 
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

soorten kijk/luisterteksten

Slide 10 - Woordweb

H2 Samengevat
  • informatieve teksten: nieuwsberichten of documentaires, uitleg van een docent etc.
  • uiteenzettend: neutrale toon: het doel is te informeren.
  • beschouwende tekst: het doel is de luisteraar te informeren, zodat hij/zij zich een mening kan vormen: het onderwerp wordt van allerlei kanten belicht.

Slide 11 - Tekstslide

H2 Samengevat
  • Instructieve teksten: uitleg hoe je iets moet doen.
  • De instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen, die je vaak in een vaste volgorde moet uitvoeren.
  • signaalwoorden 

Slide 12 - Tekstslide

H2 Samengevat
  • Betogende  teksten: iemand probeert anderen met argumenten te overtuigen van zijn/haar standpunt.
  • Objectieve argumenten: controleerbaar, dus waar of niet waar.
  • Subjectieve argumenten: niet-feitelijke uitspraken die in meer of mindere mate aannemelijk zijn (vermoedens, levensovertuiging, persoonlijke waardeoordelen)
  • drogredenen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

  • Maak paragraaf 2.3 betogende teksten extra opdracht 1 online.
timer
6:00

Slide 15 - Tekstslide