H1A helden en schurken deel 2

Helden en schurken deel 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Helden en schurken deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij een boek
A
gereserveerd
B
ik heb het al thuis
C
nog niet gereserveerd

Slide 2 - Quizvraag

Type

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een type?
A
personage dat snel herkenbaar is
B
een werkwoord
C
personage dat snel herkenbaar is en juist simpel of overdreven wordt gepresenteerd
D
goed of slecht

Slide 4 - Quizvraag


In veel verhalen komen goede en slechte personen voor. Denk maar aan het sprookje Sneeuwwitje en de zeven dwergen:


Sneeuwwitje is goed en de stiefmoeder is slecht. In sprookjes weet je altijd meteen of een persoon goed of slecht is, maar in realistische verhalen is dit vaak niet zo duidelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Tekst
Karakters maken een ontwikkeling door

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een karakter in een boek?
A
een personage in een boek of film dat menselijke eigenschappen heeft
B
de hoofdpersoon van een boek
C
een personage in een boek of film dat menselijke eigenschappen heeft en een ontwikkeling doormaakt
D
de hoofdpersoon lijkt op een écht mens

Slide 7 - Quizvraag

Net als in het echte leven hebben personen in realistische verhalen meestal goede en slechte kanten.



 Je kunt iemands gedrag vaak begrijpen als je weet wat hij of zij heeft meegemaakt.

Daardoor kunnen verhalen je aan het denken zetten over wat jij goed of slecht vindt.

Slide 8 - Tekstslide


Veel verhalen spelen zich af in het verleden. Zulke verhalen noem je historische verhalen.


Ze gaan bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog of over de middeleeuwen. Denk maar aan Oorlogswinter van Jan Terlouw of Koning Arthur van Jaap ter Haar. In deze verhalen lees je hoe de mensen vroeger leefden en wat ze meemaakten.

Slide 9 - Tekstslide

Vaak gebruikt de schrijver van een historisch verhaal geschiedenisboeken om te weten te komen wat er in die tijd gebeurde en hoe er geleefd werd.


Daarnaast verzint de schrijver er sommige personen en gebeurtenissen bij om het verhaal spannender of leuker te maken.


Als je historische verhalen leest, leer je vanzelf veel over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.

Slide 10 - Tekstslide

Koning Arthur (1100)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Arthur was de zoon van koning Uther Pendragon en Igraine. Koning Uther  was een van de heersers van Engeland, maar in het land zelf waren er veel kleine ruzies om de macht. Uther sneuvelde op het slagveld in een poging om Engeland onder één koning te verenigen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de tafel was plaats voor twaalf ridders. Omdat de tafel rond was, zat er niemand aan het hoofd, en daarmee was dus iedereen gelijk en werd er naar iedereen geluisterd. Door de Ronde Tafel was het mogelijk het land beter te verdedigen en de Saksen te overwinnen

Slide 15 - Tekstslide

De inspiratie van Harry Potter
Waar is dit verhaal op gebasseerd?

Slide 16 - Tekstslide

Koning Arthur en Merlijn
De Latijnse taal (spreuken zoals 'Imperio')
 


Slide 17 - Tekstslide

Samen lezen in breakout rooms
Lees samen de tekst van bladzijde 96
zoek  de moeilijke woorden op

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
stap 7
stap 8
stap 9
stap 10
stap 11
held sterft of wordt herboren
Er op uit! Avontuur...
Er is altijd iets aan de hand, dat is het leven
De held wordt beloond
De eerste beproeving
confrontatie met de eigen angsten
 resultaat...maar niet perse goed
de oplossing van problemen
advies van een wijs iemand
Er is altijd iets aan de hand, dat is het leven
Nieuw leven
terugkeer eigen wereld

Slide 20 - Sleepvraag