spelling algemeen vwo2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 Spelling H1 t/m 6 (spelling +werkwoordspelling)

Inhoud:
- Leestekens
- Gebiedende wijs
- Leenwoorden
- Vervoeging van Engelse werkwoorden
- Koppelteken en weglatingsstreepje
- Lastige werkwoordsvormen: -d of -dt?
- Tussenletters in samenstellingen
- Meer lastige werkwoordsvormen
- Hoofdletters en aanhalingstekens
- Persoonsvorm in samengestelde zinnen
- Aan elkaar of los?
- Pvtt of vd?

Slide 2 - Tekstslide

Waarover zou je meer uitleg willen?
Werkwoordspelling
Engelse werkwoorden
Samenstellingen
Aan elkaar of los?
Leestekens
Hoofdletters en aanhalingstekens
Leenwoorden

Slide 3 - Poll

Engelse werkwoorden 
Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde als Nederlandse werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de pvtt van:
Als hij tv kijkt...(zappen) DuBradge de hele tijd
A
zappt
B
zappdt
C
zapt
D
zappd

Slide 5 - Quizvraag

DuBradge...(highfiven) Erica als hij haar ziet.
pvvt =
A
highfivet
B
highfivt
C
highfived
D
highfivd

Slide 6 - Quizvraag

DuBradge...(wakeboarden) altijd
pvvt=
A
wakeboard
B
wakeboardt
C
wakeboardet

Slide 7 - Quizvraag

Erica heeft gisteren met haar zus ...(shoppen)
voltooid deelwoord (vd)=
A
geshopd
B
geshoppt
C
geshoppd
D
geshopt

Slide 8 - Quizvraag

Erica heeft voortdurend met DuBradge ...(appen)
vd=
A
geapt
B
geappt
C
geapped
D
geappet

Slide 9 - Quizvraag

Koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een koppelteken?
  • Wanneer de laatste klinker van het eerste woord botst met de eerste klinker van het tweede woord.
  diploma-uitreiking
  radio-omroep
  mode-industrie

 Zie voor klinkerbotsingen de volgende combinaties:
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
Ie, ij
oe, oi, oo, ou
ui,uu


Slide 11 - Tekstslide


Voor een woorddeel met een hoofdletter
  anti-Amerikaans
  maar: antiterreurmaatregelen


Slide 12 - Tekstslide

Weglatingsstreepje
Je gebruikt het weglatingsstreepje (-) als je een DEEL van een woord weglaat:
kooklessen en -cursussen, basis- en voortgezet onderwijs 
MAAR LET OP
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat:
kleine en grote bedragen, nationale en wereldkampioenschap

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht 2 t/m 4 op bladzijde 99


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht: experts in ww-spelling 

Slide 15 - Tekstslide

Maak met elk van deze werkwoordsvormen een zin. Noteer achter het werkwoord de vorm: pvtt, pvvt, od, vd of bn.
Zorg ervoor dat elke werkwoordsvorm ten minste 1 keer voorkomt.
1. Bereid/bereidt
2. ontkend/ontkent/ontkennend
3. verbrand/verbrandt
4. verwachte/verwachtte
timer
15:00

Slide 16 - Open vraag

H4: Tussenletters in samenstellingen 
Perenboom, plantenbak, ellenboog

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Tussenletter- s

Slide 19 - Tekstslide

Tussenletter- s
machts+strijd= machtsstrijd, want machtsvertoon
passagier+schip= passagiersschip, want passagierslijst

Slide 20 - Tekstslide

aanvang + salaris
A
aanvangsalaris
B
aanvangssalaris

Slide 21 - Quizvraag

aap + trots
A
aaptrots
B
apetrots
C
apentrots

Slide 22 - Quizvraag

bes + sap
A
bessensap
B
bessesap
C
bessessap

Slide 23 - Quizvraag

drukte + maker
A
druktenmaker
B
druktemaker

Slide 24 - Quizvraag

rood + kool
A
rodekool
B
roodkool
C
rodenkool

Slide 25 - Quizvraag

theater + sport
A
theatersport
B
theaterssport

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht 3, 4 en 5, p,.131

Slide 27 - Tekstslide

In expertgroepen werken aan werkwoordspelling
Opdrachten: p. 132, opdracht 1 t/m 6
Alles aan mij laten zien aan het einde van de les
1. Veerle, Nick, Marieke, Maureen 
2. Joëlle, Elke, Coen, Thijmen
3. Floor, Marit, Nico, Cas
4. Hero, Lars, Julian, Bram 
5. Anne, Mats, Tarek, Luuk 
6. Lieke, Aniek, Florian, Lucas

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide