EINDEXAMEN NEDERLANDS

CSE
NEDERLANDS

2022-2023
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CSE
NEDERLANDS

2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

LEESVAARDIGHEID

Slide 3 - Tekstslide

ONDERWERP

Het onderwerp geeft antwoord op de vraag:

Waar gaat de tekst over?

Je gebruikt hier één of een paar woorden voor.

Slide 4 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE

De hoofdgedachte beschrijf je in één zin.

De zin geeft precies de bedoeling van een tekst/schrijver  weer.



Slide 5 - Tekstslide

Welke vier tekstdoelen kan je onderscheiden?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een kernzin?

Slide 7 - Open vraag

Waar vind je de kernzin in een alinea?

Slide 8 - Open vraag


SIGNAALWOORDEN

Slide 9 - Tekstslide

Welke signaalwoorden ken jij al?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat geeft een signaalwoord aan?

Slide 12 - Open vraag

Wat is CITEREN?

Slide 13 - Open vraag

LEESVAARDIGHEID

Slide 14 - Tekstslide

HOE PAK JIJ EEN TEKST AAN?
Start je met het lezen van de tekst
of
start je juist met het globaal lezen van de vragen?

Welke manier brengt jou succes?

Slide 15 - Tekstslide

SCHRIJFVAARDIGHEID

Slide 16 - Tekstslide

Welke schrijfopdracht kan je op het examen verwachten?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke tekstdoelen ken jij al?

Slide 20 - Open vraag

Welk tekstdoel heeft het artikel met de titel: 'Scholen moeten huiswerkvrij zijn'?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Welke 'driedeling' heeft een goede tekst?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de betekenis van:
AANLEIDING?
A
de leiding aan iemand geven
B
leiding langs het aanrecht
C
botsing met twee auto's
D
reden om iets te gaan doen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de betekenis van:
CONVENTIES?
A
afspraken over welke schrijfregels je moet gebruiken
B
afspraken over spellingsregels
C
afspraken over grammaticaregels
D
afspraken over mensenrechten

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de betekenis van:
NUANCEREN
A
`waar een tekst over gaat
B
hoe een tekst inelkaar zit
C
een bewering afzwakken door er anders naar te kijken
D
een ander woord voor een tekst begrijpen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de betekenis van:
IEMAND OVERHALEN?
A
iemand iets ook laten vinden
B
iemand tot handelen aanzetten

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide