Basiscursus paragraaf 4, 5 en 6 - V4F

Basiscursus 
paragraaf 4, 5 en 6 
Alinea's en kernzinnen 
Signaalwoorden en functiewoorden
Publiek


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basiscursus 
paragraaf 4, 5 en 6 
Alinea's en kernzinnen 
Signaalwoorden en functiewoorden
Publiek


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Instructie paragraaf 4, 5 en 6 basiscursus NN
  2. Zelfstandig werken - keuzemenu  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Tekstverbanden
  • Zinnen en alinea's bestaan niet los van elkaar,
    maar staan met elkaar in verband.
  •  Signaalwoorden geven je een teken welk verband er is.
  • Voorbeelden van een verband: oorzaak, gevolg,
    opsomming, overeenkomst, tegenstelling, voorbeeld.


Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden vinden
Zoek altijd naar signaalwoorden in een tekst. Door het verband tussen alinea's en zinnen te herkennen is de tekst begrijpelijker, en kun je het makkelijker samenvatten.

Leer de signaalwoorden en de bijbehorende tekstverbanden en check in de tekst of je het verband herkent.

Slide 6 - Tekstslide

ook
A
tegenstellend
B
opsommend
C
toelichtend
D
concluderen

Slide 7 - Quizvraag


Zoek tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting

Slide 8 - Quizvraag

om te...
A
concluderend
B
redengevend
C
vergelijkend
D
doel-middel

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
Terwijl
B
Daarnaast
C
Toch
D
Bovendien

Slide 10 - Quizvraag

doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend

Slide 11 - Quizvraag


Zoek het tekstverband:
Hij heeft geen zin, dus hij gaat niet mee.
A
argument
B
conclusie
C
tegenstelling
D
samenvatting

Slide 12 - Quizvraag

Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 13 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
A
Volwassenen
B
De hockeysters uit het Nederlandse team
C
Jongeren
D
Hockeyliefhebbers

Slide 14 - Quizvraag

Voor welk publiek is de tekst geschreven?
A
Voor bedrijven die stagiaires zoeken
B
Voor jongeren van het vmbo
C
Voor ouders van jongeren
D
Voor docenten van de havo

Slide 15 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
journalisten
B
mensen die van literatuur houden
C
jonge kinderen
D
jongeren

Slide 16 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst?
A
Hobbykoks
B
Obers
C
Serveersters
D
Iedereen

Slide 17 - Quizvraag

Zelf aan de slag - keuzemenu 
  1. SE2 voorbereiden - oefeningen uit je boek maken (weektaken staan op Peppels) -- volgens de planning heb je paragraaf 1, 2 en 3 van de basiscursus af en begin je nu aan paragraaf 4, 5 en 6. Als je daar nog lang niet bent, dan moet je even bij jezelf te rade gaan hoe je planning eruit ziet...
2. Werken aan je leesmeters.
2. Lezen in je boek voor boekopdracht 2 + werken aan de opdracht. 

Slide 18 - Tekstslide