1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 1.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een natuurgodsdienst?

Slide 3 - Open vraag

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Waar geloofden de mensen tijdens de landbouwsamenleving in?

Slide 5 - Open vraag

Wat hoort bij elkaar?
Landbouw.
Landbouwsamenleving.
Lanbouwrevolutie.
Voedsel telen op een vast stuk land: akkerbouw en veeteelt.
Ontstaan van de landbouw.
Samenleving waarin mensen van landbouw leven in dorpen die voor zichzelf zorgen.

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is revolutie?
A
grote verandering in de geschiedenis van mensen.
B
de manier waarop mensen leven: taal, gewoonten.
C
gaat over mensen en groepen in de samenleving.
D
als je anderen kunt laten doen wat je wilt.

Slide 7 - Quizvraag

Leervragen
de 5 basisbehoeftes opnoemen. 
Aan het eind van de les kan je...
benoemen wat krottenwijken zijn.
uitleggen wat een scharreleconomie is.

Slide 8 - Tekstslide

Kya Sands
Bloubosrand

Slide 9 - Tekstslide

Basis (primaire) behoeften

= Dingen die elk mens nodig heeft:

  1. Voedsel
  2. Kleding
  3. Een huis
  4. Gezondheidszorg
  5. Onderwijs


Iemand is arm als deze niet in de basisbehoeften kan voorzien!

Slide 10 - Tekstslide

Secundaire behoeften

= Dingen die niet noodzakelijk zijn om te kunnen leven:

  • Sieraden
  • Vakantie
  • Film in de bioscoop
  • Telefoon
  • enz.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer ben je 'arm'?
  • Als de basisbehoefte niet goed geregeld zijn.  

Slide 12 - Tekstslide

Wonen in arme landen
Arme landen: armste deel van de bevolking woont in krottenwijken

De volgende voorzieningen zijn er vaak niet goed geregeld:
  • toiletten
  • waterleidingen
  • elektriciteit


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Werken in arme landen
Veel mensen in arme landen scharrelen hun inkomsten bij elkaar. Ze verdienen hun geld in de scharreleconomie.
Voorbeelden:
  • Straathandel
  • kleine bedrijfjes 
Geen vaste baan, verdienen een euro per dag. 

Ze kunnen wel hun basisbehoeften betalen: hoe komt dat? 




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 18 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 19 - Open vraag

Sleep de woorden naar de juiste zin
Een wijk waarin de bewoners hun huizen met eenvoudige materialen zelf gebouwd hebben.
Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes. 
Scharreleconomie
Krottenwijk

Slide 20 - Sleepvraag


Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?

A
Dagelijks een zak chips eten.
B
Ieder maand een nieuwe jeans kopen.
C
Naar de tandarts gaan bij kiespijn.
D
Verre reis maken naar Australië

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Vooruitblik
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 26-27-28-29 
  • KGT: bladzijde 28-29-30-31

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat het zien aan de docent. 

Daarna: lezen in je leesboek
Wat is welvaart en wat is welzijn?

BNP

Slide 22 - Tekstslide

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 2

Slide 23 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 1.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 24 - Tekstslide

Herhaling

Slide 25 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 26 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 27 - Open vraag

Sleep de woorden naar de juiste zin
Een wijk waarin de bewoners hun huizen met eenvoudige materialen zelf gebouwd hebben.
Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes. 
Scharreleconomie
Krottenwijk

Slide 28 - Sleepvraag


Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?

A
Dagelijks een zak chips eten.
B
Ieder maand een nieuwe jeans kopen.
C
Naar de tandarts gaan bij kiespijn.
D
Verre reis maken naar Australië

Slide 29 - Quizvraag

Leervragen
hoe je welvaart meet met het BNP.
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen wat welzijn is. 
uitleggen wat welvaart is.

Slide 30 - Tekstslide

Welvaart: rijkdom op basis van geld.
Bruto nationaal product

Slide 31 - Tekstslide

Hoe kan je welvaart meten?
'Alles wat in een jaar wordt verdiend, deel je door het aantal inwoners van dat land'

BNP/Bruto nationaal product per hoofd

Slide 32 - Tekstslide

Probleem BNP
  •  Veel mensen werken in de scharreleconomie.
  • Dit geld wordt niet opgeschreven.
  •  Dit is een gemiddelde. Vaak zijn er veel rijke mensen en veel arme mensen. 

Slide 33 - Tekstslide

Welzijn
Bij welzijn kijk je naar de levensomstandigheden van iemand.

Bij welzijn gaat het over:
  • Gezondheid
  • Onderwijs
  • Koopkracht


Slide 34 - Tekstslide

Welzijn: kijk naar de levensomstandigheden

Slide 35 - Tekstslide

                     Welvaart

Rijkdom van een land op basis van geld
                    Welzijn

De levensomstandigheden van een land. 

Je kijkt hierbij naar:
  • Gezondheid
  • Onderwijs
  • Koopkracht

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 37 - Tekstslide

Welk land hoort bij welk kenmerk?
bnp/hoofd is hoger dan € 32.000
bnp/hoofd is tussen € 8.000 en € 32.000 
bnp/hoofd is lager dan € 8.000 
Brazilië 
Tanzania
Verenigde staten

Slide 38 - Sleepvraag

Aan de slag
STAP 1
KLAAR ?
Vooruitblik
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 30-31-32
  • KGT: bladzijde 32-33-34-35

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat het zien aan de docent. 

Daarna: lezen in je leesboek
De ontwikkeling van landen.

Slide 39 - Tekstslide

Noteer de omschrijving van welzijn.

Slide 40 - Open vraag