Biologische producten en akkerbouw

Biologische producten en akkerbouw
Les 6
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Biologische producten en akkerbouw
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je biologische producten benoemen en de basisprincipes van biologische akkerbouw uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les de leerdoelen uit en herhaal deze aan het eind van de les.
Wat weet je al over biologische producten en akkerbouw?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Milieuvriendelijke landbouw
Biologische akkerbouw is een voorbeeld van milieuvriendelijke landbouw die bijdraagt aan duurzaamheid en het behoud van de natuur.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe biologische akkerbouw past in de context van milieuvriendelijke landbouw.
Wat zijn biologische producten?
Biologische producten worden geproduceerd zonder het gebruik van synthetische pesticiden, herbiciden en kunstmatige meststoffen. Een voorbeeld hiervan is dat regenwormen worden ingezet om de bodemstructuur te verbeteren.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of ze weten wat biologische producten zijn en leg de definitie uit.
Wat kan een ander voorbeeld zijn van biologische gewasbescherming?
A
Gif gebruiken om onkruid weg te halen
B
Handmatig schoffelen
C
Lieveheersbeestjes inzetten die luizen vangen
D
Ploegmachine inzetten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Telen van producten
 Er  mogen er een aantal dingen niet bij het telen van biologische producten. 

Slide 7 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van verschillende biologische keurmerken en leg uit hoe deze werken.
Wat mag NIET bij biologische landbouw? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Gebruik van chemische middelen
B
Aandacht voor dierenwelzijn
C
Aandacht voor de natuur
D
Gebruik van kunstmest

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van biologische producten
Biologische producten zijn beter voor het milieu, bevatten minder pesticiden en hebben vaak een betere smaak.

Slide 9 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen waarom biologische producten voordelig kunnen zijn.
Wat is nog meer een voordeel van een biologische product?
A
Biologische producten zijn gezonder
B
Biologische producten zijn ongezond
C
Biologische producten zijn duurder
D
Biologische producten zijn goedkoper

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is biologische akkerbouw?
Biologische akkerbouw is een methode van landbouw waarbij geen synthetische pesticiden of meststoffen worden gebruikt.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vraag.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat biologische akkerbouw is en hoe dit verschilt van traditionele landbouwmethoden.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn synthetische pesticiden?
A
biologische stoffen die worden gebruikt om ongewenste plagen, zoals insecten, onkruiden, schimmels en ziekten, in de landbouw te bestrijden
B
stoffen die worden gebruikt om ongewenste plagen, zoals insecten, onkruiden, schimmels en ziekten, in de landbouw te bestrijden
C
chemische stoffen die worden gebruikt om gewenste plagen, zoals insecten, onkruiden, schimmels en ziekten, in de landbouw te bestrijden
D
chemische stoffen die worden gebruikt om ongewenste plagen, zoals insecten, onkruiden, schimmels en ziekten, in de landbouw te bestrijden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bodemgezondheid
In biologische akkerbouw wordt de bodem gezond gehouden door middel van compost en natuurlijke meststoffen. Ken jij de basisprincipes van biologische akkerbouw al? 
Bekijk het filmpje en beantwoord de vraag met de hele klas.
Je mag overleggen met elkaar

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom een gezonde bodem belangrijk is en hoe deze wordt onderhouden in biologische akkerbouw.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Basis principes biologische akkerbouw
Noem er als klas zoveel mogelijk

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onkruidbestrijding
In biologische akkerbouw wordt onkruid bestreden door middel van handmatig wieden en het planten van gewassen op een manier die onkruidgroei voorkomt.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf verschillende methoden van onkruidbestrijding in biologische akkerbouw.
Hoe kan onkruid tegengegaan worden in de biologische akkerbouw?
A
Door bepaalde gewassen te planten
B
Door handmatig wieden
C
Door handmatig wieden of bepaalde gewassen te planten
D
Door niet wieden of geen bepaalde gewassen te planten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbestrijding
Biologische akkerbouw maakt gebruik van natuurlijke methoden om insecten te bestrijden, zoals het planten van gewassen die insecten afstoten of het gebruik van natuurlijke vijanden van insecten. Bekijk het filmpje en beantwoord de vraag.

Slide 19 - Tekstslide

Beschrijf verschillende methoden van insectenbestrijding in biologische akkerbouw.

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke insecten kunnen worden ingezet bij biologische akkerbouw?
A
De wesp en de mijt
B
De sluipwesp en de roofmijt
C
De bij en de roofmijt
D
De sluipwesp en de luis

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit van gewassen
In biologische akkerbouw worden vaak diverse gewassen verbouwd om de bodem gezond te houden en de biodiversiteit te bevorderen. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen tijdens het kijken van het filmpje.

Slide 22 - Tekstslide

Leg de voordelen uit van het verbouwen van diverse gewassen en hoe dit wordt toegepast in biologische akkerbouw.
3

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:03
Hoe ontstaat een gezonde bodem?
Overleg met je buurman of buurvrouw

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

00:22
Kan een boer beestjes gebruiken om insecten te weren?
A
ja
B
nee
C
mischien
D
soms

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:32
Houden koeien en schapen de grond gezond?
A
nee, teveel co2 uitstoot
B
ja
C
soms
D
meestal

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Biologische producten
Je ziet een aantal afbeeldingen van verschillende biologische producten. 
 Schrijf de gestelde vragen en de antwoorden op in je schrift.
Overleg met je buurman of buurvrouw bij het beantwoorden van de vragen. Let op; er zijn meerdere antwoorden mogelijk. 

Slide 27 - Tekstslide

Laat de leerlingen verschillende biologische producten zien en bespreek waarom deze producten biologisch zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
Discussieer met je medeleerlingen over de voor- en nadelen van biologische producten en akkerbouw.

Slide 36 - Tekstslide

Gebruik deze slide als startpunt voor een discussie in de klas.
Conclusie
Je weet nu wat biologische producten zijn en hoe biologische akkerbouw werkt.

Slide 37 - Tekstslide

Herhaal de leerdoelen en sluit de les af met een conclusie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 38 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 39 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 40 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.