Wat doen we met ons milieu?

Ga rustig zitten
- Jas uit het lokaal
- Telefoon in de tas
- Spullen op tafel
Wat heb jij gedaan in de vakantie?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten
- Jas uit het lokaal
- Telefoon in de tas
- Spullen op tafel
Wat heb jij gedaan in de vakantie?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Basisstof 4,2 onderdeel A
Landbouw en hoe gaat dit precies?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mens is afhankelijk van onze omgeving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populatie mensen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inlvoed op het  milieu
  • Vervuiling: giffen, uitlaatgassen, afvalstoffen
  • Uitputting: grondstoffen, voedingsstoffen, energiebronnen
  • Aantasting milieu door vervuiling en uitputting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg = Biodiversiteit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 

Welke vragen waren lastig?  ??
 
Hulp nodig bij andere vragen? Vraag straks tijdens het zelfstandigwerken even om uitleg.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les
- Je kunt uitleggen wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland kunnen beschrijven. 
- Je moet de biologische landbouw kunnen beschrijven en de voordelen en nadelen ervan kunnen noemen.
- Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van chemische en biologische gewasbescherming en hoe dit invloed heeft op een voedselweb/keten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Je kunt uitleggen wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland kunnen beschrijven. 
  1. Akkerbouw
  2. Veeteelt
  3. Tuinbouw

Tot 1950 waren de meeste boerenbedrijven 
gemengde/combinatiebedrijven.
Dus zowel voedingsgewassen (planten) als landbouwhuisdoeren (dieren). 
Nu zijn de meeste bedrijven gespecialiseerd in 1 ding.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-Je moet kunnen aangeven wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland kunnen beschrijven. 
Akkerbouw: grootschalig, machinaal, altijd buiten




Tuinbouw: kleinschaliger, meer handmatig. Soms buiten, meestal in kassen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Akkerbouw
Door ruilverkaveling zijn de akkers van boeren steeds groter geworden.
Meestal wordt maar één gewas geteeld: monocultuur
Voordelen: grote gespecialiseerde machines, grote opbrengst
Nadelen: gevoelig voor ziektes/ insecten

Vroeger kleine akkers, 
veel afwisseling.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Akkerbouw
Graan
Aardappelen
Suikerbieten
Maïs

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Akkerbouw - bemesting
Door monocultuur snelle uitputting van de bodem. Er wordt mest gebruikt om de grond van voedingsstoffen te voorzien.

Organische mest: mest van organismen (compost/ koeien) 

Kunstmest: mest uit een fabriek
Met kunstmest heeft een boer meer controle.

Mest kan in het grondwater (sloot) terecht komen en verstoort het natuurlijke evenwicht.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Akkerbouw - bestrijding
Monoculturen zijn gevoelig voor insecten: boeren gebruiken chemische gewasbeschermingsmiddelen.

Deze middelen zijn giftig en ook schadelijk voor nuttige organismen.
Deze middelen kunnen ook
in het grondwater (sloten)
terecht komen.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuinbouw - in de volle grond
Fruit
Bloembollen
Bloemen
Zaden 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuinbouw - glastuinbouw
Voordelen van verbouwen in kassen:
Gecontroleerde omstandigheden
Niet afhankelijk van seizoenen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuinbouw - glastuinbouw
Nadelen:
Hoog energie verbruik (verwarming/ lampen)
10x zoveel energie per kg groente. Dus ook veel co2 uitstoot. 

Gevoelig voor ziekteverwekkers


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuinbouw - nieuwe ontwikkelingen
Verticale teelt
:
  • Led verlichting
  • Weinig ruimte (etages)






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veeteelt
Intensieve veehouderij (bio-industrie/ vee-industrie). Weinig eigen grond, voer moet worden ingekocht (vaak geïmporteerd). 


Voordelen: gecontroleerd voer/ krachtvoer. Veel opbrengst van de dieren.




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veeteelt
Nadeel
Niet dier vriendelijk.

Gevoelig voor plagen.

Mestoverschot: de dieren produceren veel meststoffen. Deze komen in het milieu terecht. 





Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van chemische en biologische gewasbescherming en hoe dit invloed heeft op een voedselweb/keten.
Één van de grootste uitdagingen voor boeren is het
beschermen van hun gewassen tegen ziekten en plagen.

Insecten kunnen je oogst kaal vreten. 

Om gewassen en vee te beschermen maken 
boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische gewasbescherming
Met biociden: doden levende organismen
Voordeel:
Werken snel

Nadeel 1:
Zijn vaak niet erg selectief: doden ook 
niet schadelijke en nuttige organismen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische gewasbescherming
Nadeel 2:
Resistentie: het kan gebeuren dat sommige individuen van een soort tegen het gif kan (resistent is) als die dan nakomelingen krijgen krijg je een hele resistente ziekte/ plaag


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische gewasbescherming
Nadeel 3:
Accumulatie: de gifstoffen worden niet afgebroken in de organismen. Als deze worden gegeten komt het gif ook in het volgende dier in de voedselketen en zo verder. Accumulatie is een moeilijk woord voor ophoping.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische gewasbescherming
De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk. 

Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnenen kan ziek worden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische gewasbescherming
Gebruik maken van biologische processen, zoals natuurlijk vijanden. 
Bijvoorbeeld sluipwespen als bestrijding tegen de witte vlieg (in kassen).

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische landbouw: Vormen van landbouw die minder/ geen impact op het milieu hebben maar toch voldoende voedsel opleveren.

Gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen (niet giftig of zelfs dieren zoals sluipwespen)
Vruchtwisseling om te voorkomen dat ziekteverwekkers de kans krijgen.





Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alternatief: insecten eten
Nieuwe ontwikkeling voor westerse landen: eten van insecten.
Goede eiwitbron.
Het is nog niet echt ingeburgerd maar er zijn geen biologische nadelen.








Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 29 - Sleepvraag

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Om over na te denken
Boeren krijgen vaak de schuld van milieuproblemen. 
Maar is dat wel helemaal eerlijk?
Is het niet net zo goed, of meer, de schuld van de consument (want die koopt liever goedkoop bioindustrie vlees dan biologisch vlees) of van de regering want die zou via wet en regelgeving de biologische landbouw kunnen stimuleren.
Hoe denk jij hier over?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Basisstof 4,2 onderdeel B
Biologisch en niet-biologisch afbreekbaar afval
Huishoudelijk afval

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze les
- Je kan uitleggen hoe je biologisch afbreekbaar en niet-biologisch afbreekbaar afval kunnen onderscheiden. 
- Je kan uitleggen welke manieren van gescheiden afvalinzameling en van afvalverwerking er zijn. 
- Je kan uitleggen hoe plastic soep invloed heeft op het milieu.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uitleggen hoe je biologisch afbreekbaar en niet-biologisch afbreekbaar afval kunnen onderscheiden. 
Biologisch afbreekbaar afval 
van planten en dieren, kan wel worden afgebroken door reducenten.  

Niet-biologisch afbreekbaar afval van kunststof, glas, metaal, steen, kan niet worden afgebroken door reducenten.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uitleggen welke manieren van gescheiden afvalinzameling en van afvalverwerking er zijn. 
Huishoudelijk afval:
  • Composteren
  • Recycling
  • Hergebruik
  • Verbranden
  • Storten
  • Grof vuil
  • Klein chemisch afval

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uitleggen welke manieren van gescheiden afvalinzameling en van afvalverwerking er zijn. 
Let op het verschil tussen hergebruik en recycling.

Bij hergebruik geef je de krant aan de buurman of je gebruikt hem op de bodem van de kattenbak. Bij recycling gaat hij naar het oud papier en gebruiken we de grondstof om nieuw papier te maken.

Denk ook aan statiegeldfles en glasbak.

Dus: 
Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, al dan niet voor een ander doel. 
Bij recycling wordt een afvalstof omgezet in een nieuw product. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uitleggen hoe plastic soep invloed heeft op het milieu.
Plastic soep, wat is dat?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De plasticsoep 
begint op je
eigen stoep

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... of chillend op een festival.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Via de rivieren
komt het in
de oceaan.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oceanen
raken vervuild.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieren raken verstrikt.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieren 
eten 
het op.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij eten 
het op.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies