bloedsomloop quizjes

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

1. Ik ga mijn kennis opfrissen over de bloedsomloop
2. Ik doe mijn best om alle vragen goed te beantwoorden die in de les gesteld worden
3. Ik heb mijn boek en aantekeningenschrift bij de hand 
4. Ik maak notities zodat ik aan het eind van de les alles snap / vragen kan stellen

1. Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Bloedplasma

• Vloeistof
• Vervoert:
  - Voedingsstoffen
  - Afvalstoffen

Witte bloedcellen

Bloedplaatjes

2. Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken.

3. Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.

bloedvatenstelsel

rood = zuurstofrijk

blauw = zuurstofarm

4. Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

 

De kleine bloedsomloop

- Kleine bloedsomloop 

• rechterkamer
  
• longslagader
  
• haarvaten in de longen
  
• longader
  
• linker boezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

In de grote bloedsomloop legt niet al het bloed dezelfde route af!

grote bloedsomloop

Route: hart - rest van het lichaam - hart

Functie: zuurstof en andere voedingsstoffen afgeven aan de cellen + koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed. 

5. Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.

 

rechterboezem

1

linkerkamer

2

Hartkleppen

3

hartkleppen

3

harttussenwand

5

Hartfasen

1. Bloed komt hart binnen via boezems.

2. Bloed stroomt naar de kamers.

3. Bloed wordt weggepompt door de kamer.

Linkerkant, bloed van longader

bloed naar aorta

Rechterkant, bloed van holle aders

bloed naar longslagader

6. Je kunt uitleggen hoe een hartslag verloopt.

 

bloedvatenstelsel

rood = zuurstofrijk

blauw = zuurstofarm

Slagaders heenweg

Haarvaten bestemming

Aders terugweg

Vragen???

Oefen deze stof door de opdracht(en) / te leren met je boek / vragen te stellen in de les

• Onderdelen bloed
• Bloedvaten
• Dubbele bloedsomloop
• Onderdelen hart
• Route bloed

Morgen over de nieren!!

Van rechterboezem naar

1. linkerboezem
2. rechterkamer
3. longslagader
4. holle ader

Van rechterkamer naar

1. linkerkamer
2. rechterboezem
3. longslagader
4. longader

Van linkerboezem naar

1. rechterboezem
2. linkerkamer
3. longader
4. aorta

Van linkerkamer naar

1. Bovenste holle ader
2. Aorta
3. Kransslagader
4. Longader

Van beenslagader naar

1. beenhaarvaten
2. aorta
3. beenader
4. longader

Van holle ader naar

1. halsslagader
2. rechterkamer
3. aorta
4. rechterboezem

zuurstofarme en voedselrijke ader

1. halsslagader
2. leverslagader
3. aorta
4. poortader

Zuurstofarm bloed stroomt door

1. longslagaders
2. nierslagader
3. aorta
4. beenader

Wat is de volgorde van de hartfasen?

1. Samentrekken kamers – samentrekken boezems – hartpauze
2. Hartpauze -Samentrekken kamers – samentrekken boezems
3. Samentrekken boezems – samentrekken kamers – hartpauze

Rode bloedcellen

1. vervoeren zuurstof
2. zorgen voor stolling
3. bevatten fibrogeen
4. bestrijden ziekteverwekkers

Witte bloedcellen

1. vervoeren zuurstof
2. zorgen voor stolling
3. bevatten hemoglobine
4. bestrijden ziekteverwekkers

Bloedplasma

1. vervoert afvalstoffen en voedingsstoffen
2. zorgt voor stolling
3. bevat hemoglobine
4. bestrijdt ziekteverwekkers

Bloedplaatjes

1. vervoeren zuurstof
2. zorgen voor stolling
3. bevatten fibrogeen
4. bestrijden ziekteverwekkers

Veranderen van vorm en hebben een celkern

1. witte bloedcellen
2. rode bloedcellen
3. bloedplasma
4. bloedplaatjes

Hebben kleppen

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten
4. kransslagaders

Hebben een hartslag

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten
4. kransaders

Stofwisseling vindt plaats bij

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten
4. kransaders