4M - L22 P1 - spreken: beim Arzt

4M Les 20 en 21 P1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4M Les 20 en 21 P1

Slide 1 - Tekstslide

Periode 1

Toetsweek: 
woensdag 15 November 
am Nachmittag 
MO2





-

Slide 2 - Tekstslide


4 Situationen

Zweiergruppen

Selbst entscheiden wer SituationA macht und wer Situation B macht

Beispiel
MO2

1 . routebeschrijving
2. bij de receptie
3. op het station
4. bij de VVV
5. in een winkel
6. op een terrasje
7. bij de dokter
8. op het politiebureau
 

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat Duits

Beim Arzt
Polizeiwache

 MO2

Slide 4 - Tekstslide

Arm
Fieber
Bein
Zahnarzt
Verletzung
wehtun
Grippe
Impfung
Opfer
been
pijn doen
tandarts
vaccinatie
griep
verwonding
arm

Slide 5 - Sleepvraag

Ik heb 39 graden koorts.

Slide 6 - Open vraag

Ik ben misselijk.

Slide 7 - Open vraag

Ik heb buikpijn.

Slide 8 - Open vraag

Mijn voet doet pijn.

Slide 9 - Open vraag

spreekopdracht 2 (MO2)
ingepland- tijdens toetsweek
uitspraak > voorlezen en dan 4 scenario's (van 8)

Opdracht 1 : Uitspraak

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe spreek je Enttäuscht uit?
A
enttaust
B
entthoisjt
C
entthausjt
D
enttausjt

Slide 12 - Quizvraag

Hoe spreek je ärgerlich uit?
A
archerlich
B
argerlich
C
ercherlich
D
ergerlich

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het Duitse woord voor aangifte?
A
Einbruch
B
Angabe
C
Anzeige
D
Aufgabe

Slide 14 - Quizvraag

met een hoge snelheid
A
mit einer hohen Geschwindigkeit
B
mit einer großen Geschwindigkeit
C
mit einer hohen snellheit
D
mit einer hohen Fahrtheit

Slide 15 - Quizvraag

Zeugnis: beschreibe diese Person

Slide 16 - Tekstslide

Zeugnis: beschreibe diese Person

Slide 17 - Tekstslide

Zeugnis: beschreibe diese Person

Slide 18 - Tekstslide

Zeugnis: beschreibe diese Person

Slide 19 - Tekstslide

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 20 - Tekstslide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 21 - Tekstslide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 22 - Tekstslide