Herhaling woordenschat

Woordenschat thema 5 
- Ik begrijp de betekenis van de themawoorden die te maken hebben met het thema vervoer. 
- Herhaling lidwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat thema 5 
- Ik begrijp de betekenis van de themawoorden die te maken hebben met het thema vervoer. 
- Herhaling lidwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Geef 2 voorbeelden van openbaar vervoer

Slide 2 - Woordweb


Wat betekent 'het abonnement'?
A
De vaste tijden waarop treinen, bussen en trams rijden.
B
Iemand die een trein bestuurt.
C
Het bewijs dat je betaald hebt om ergens gebruik van te maken.
D
Alle mensen, fietsen of voertuigen die op straat lopen of rijden.

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent 'de spits'?
A
Als je door omstandigheden later aankomt dan gepland.
B
Het verplaatsen van mensen, dieren of spullen met een vervoersmiddel.
C
Iemand die vervoersbewijzen controleert.
D
De drukste uren in het verkeer.

Slide 4 - Quizvraag

Zoek 1 plaatje op het internet van een: conducteur

Slide 5 - Open vraag

Jacky gaat naar een vriend in Amsterdam. Zij reist met het ...................
, namelijk met de bus of trein.
A
de dienstregeling
B
het vervoersbewijs
C
het openbaar vervoer
D
de spits

Slide 6 - Quizvraag


Om 18:05 is de trein er nog niet. Jack denkt dat de trein ............... heeft.
A
reisplanner
B
spits
C
vervoer
D
vertraging

Slide 7 - Quizvraag


Marouan heeft een digitaal ...... gekocht.
A
vervoersbewijs
B
reisplanner
C
conducteur
D
spits

Slide 8 - Quizvraag

De ........... wijst aan welk perron Romy's trein vertrekt.
A
reisplanner
B
conducteur
C
vertraging
D
vervoersbewijs

Slide 9 - Quizvraag

Jamilla weet nog niet met welk ..... ze gaat: de bus, de tram of de metro
A
reisplanner
B
vervoersbewijs
C
vervoer
D
spits

Slide 10 - Quizvraag

Herhaling: lidwoorden

Schrijf de 3 lidwoorden op

Slide 11 - Open vraag

Nu zelf aan de slag 
Lidwoorden oefenen 
1 opdracht op Junior Einstein 
Groene score halen, dat is 70% of hoger

Slide 12 - Tekstslide

Wat ga je nu doen? 

Slide 13 - Tekstslide