Les 1 - 6/13 januari

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ook alweer drama?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ook alweer drama?
  • Zelfvertrouwen vergroten
  • Uit je comfortzone
  • Creatief/ out of the box leren     denken
  • Communicatievaardigheden
  • Presentatievaardigheden
  • Plezier met elkaar
  • Fouten durven maken
  • Samenwerken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 waarheden, 1 leugen

Slide 4 - Tekstslide

Met deze introductie werkvorm kom je in gesprek met elkaar en breek je het ijs.
Deze activiteit bevordert:
netwerken
creativiteit
communicatie

Benodigd materiaal
papier (post-it)
pennen

Spelverloop/ instructie
Iedereen schrijft twee dingen op over zichzelf die WAAR zijn en één LEUGEN. Vervolgens gaat iedereen met elkaar in gesprek om te achterhalen wat waar en niet waar is bij de ander.
De studenten krijgen twee minuten de tijd om hun drie items op te schrijven. Afhankelijk van het aantal studenten krijgen ze de tijd om bij elkaar te achterhalen wat waar is en wat niet waar is.

Differentiatie
Laat per student de 3 items opnoemen om de groep te laten bepalen wat waar en wat niet waar is.
Als je 3 waarheden en een leugen wilt spelen is dat natuurlijk helemaal ok, het duurt dan iets langer.

Levend memory

Slide 5 - Tekstslide

Net als bij echt memory is het doel van dit spel om twee van dezelfde te vinden. Hier wordt niet met kaartjes gespeeld, maar met bewegende personen.
De twee memory spelers gaan op de gang staan. De rest van de groep maakt tweetallen. Elk tweetal verzint een korte beweging. De groep gaat in rijen staan, met de tweetallen verspreid door elkaar.
De memory spelers komen nu weer terug en beginnen het spel. Een speler wijst twee leden van de groep aan. Deze doen hun beweging die ze vooraf hebben afgesproken. Doen de twee dezelfde beweging, dan heeft de speler een memory en mag nog een keer. Het tweetal gaat bij hem in de buurt staan. Zijn de bewegingen anders, dan is de andere speler aan de beurt.

Tips:
Neem niet je beste vriend als je tweetallen maakt, want dat is voorspelbaar.
In plaats van een beweging kan je ook een dansje, versje of liedje doen.
Bevriezen   &
Ontdooien

Slide 6 - Tekstslide

2 of 3 studenten per keer. 
Studenten krijgen een locatie, een voorwerp en per persoon een personage toegewezen. Hierna start de opdracht. 
Daarna krijgen ze een nieuwe locatie/personage/voorwerp toegewezen die duidelijk naar voren moet komen in de improvisatie. Ze gaan met elkaar in gesprek en moeten dus improviseren naar aanleiding van de locatie, voorwerp en het personage. 
Als ik zeg bevries staan de studenten muisstil. . Als ik roep ontdooi gaan ze hiermee verder. 

Daarna wisselen met 3 nieuwe personen. 
Het verborgen woord

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Justin Bieber

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Olifant

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trouwring

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verborgen woord

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mondkapjesplicht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sportactiviteit

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnebril

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verborgen woord

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bureaustoel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voetbalstadion

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premier Mark Rutte

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verborgen woord

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Categorieënspel 

Slide 20 - Tekstslide

De spelers worden verdeeld in twee teams. Van beide teams gaan vier spelers op een rij op het speelvlak staan. De spelers van beide teams staan om en om , door elkaar gehusseld. De spelers moeten om beurten een item noemen van de gevraagde categorie. De categorie is bijvoorbeeld automerken: de eerste speler zegt : 'Audi', de tweede: 'Volkswagen', enz. Een item mag niet herhaald worden. Weet een speler geen item meer, of valt hij in herhaling, dan is hij af en gaat zitten. Dit gaat net zo lang door tot er één speler over is. Deze heeft gewonnen en zijn team krijgt een punt.
Speldoel: leren falen
Suggestie: huishoudelijke apparaten; dieren; groentes; religies; Disney-film
Ik ga op reis en neem mee...

Slide 21 - Tekstslide

Ik ga op reis en neem mee...
tandenborstel, slippers... etc

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies