Herhalingsles 2.3 & 2.4 (23-10-'23)

Docent
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Docent

Slide 1 - Tekstslide

Naleven regels...
- Plaatsnemen volgens plattegrond
- telefoons in telefoontas
- Stappenplan:
  1: naam op bord
  2: streepje erachter = strafwerk
  3: 2-de streepje = uur nakomen
- Grensoverschrijdens gedrag? --> direct lesverwijdering!

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog van de vorige lessen?

Slide 3 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
Herhalen 
2.4 Het verteringsstelsel
2.5 De organen voor vertering

Slide 4 - Tekstslide

even herhalen!
- welke 6 groepen voedingsstoffen ken je?

- welke 4 functies hebben deze voedingsstoffen?

Slide 5 - Tekstslide

even herhalen!!
6 groepen voedingsstoffen:
  •  koolhydraten
  • vetten-
  • eiwitten
  • water
  • zouten/mineralen
  •  vitamines

Slide 6 - Tekstslide

even herhalen!!
Voedingsstoffen kunnen 4 functies hebben:
  • - brandstof
  • - bouwstof
  • - reservestof
  • - beschermende stof

Slide 7 - Tekstslide

leerdoelen 2.3
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van verteringssappen en enzymen noemen
- kan je de delen van het gebit noemen met hun functie
- kan je de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig.
Om de voedingsstoffen te gebruiken, moet je lichaam het voedsel verteren.
Dat doet het verteringsstelsel.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

2.3 Het verteringsstelsel
verteren = voedingsstoffen afbreken tot kleine delen

Vertering vindt plaats in het verteringsstelsel.
De organen van het verteringsstelsel moet je kennen!

Slide 11 - Tekstslide

Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal.
Het darmkanaal hoort bij het verteringsstelsel.

Het darmkanaal loopt van de mond tot de anus.

Slide 12 - Tekstslide

Je voedsel bevat voedingsstoffen.
In het verteringsstelsel worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
Dat gebeurt vooral in de dunne darm.
De voedingsstoffen gaan door de wand van de dunne darm heen.
Zo komen ze in het bloed.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

2.3 Het verteringsstelsel
De weg van het voedsel:
mondholte -> slokdarm -> maag -> twaalfvingerige darm -> dunne darm -> dikke darm -> endeldarm -> anus

In de dunne darm worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed. In de dikke darm wordt water uit het voedsel gehaald.

Slide 15 - Tekstslide

kauwen
Voedsel komt eerst in je mond.

Hier kauw je het voedsel met je gebit.
Je gebit bestaat uit tanden en kiezen.

Slide 16 - Tekstslide

kauwen
Met snijtanden en hoektanden bijt je een stuk van je voedsel af.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Hiermee kan je het voedsel fijnmalen. Het voedsel wordt dan in kleine stukjes verdeeld, zodat je het makkelijker kan doorslikken.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2.3 Het spijsverteringsstelsel
In het verteringsstelsel liggen verschillende verteringsklieren.
De verteringsklieren maken verteringssappen. Bijvoorbeeld speeksel en maagsap.

Er zijn 5 verteringsklieren: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren.


Slide 19 - Tekstslide

2.3 Het verteringsstelsel
De verteringssappen zorgen voor de vertering.
Ze breken je voedsel af tot steeds kleinere deeltjes.

Aan het eind zijn de deeltjes onzichtbaar klein.
Ze kunnen dan door de wand van de dunne darm heen.
Zo gaan de voedingsstoffen naar je bloed.

Slide 20 - Tekstslide

2.3 Het verteringsstelsel
Veel verteringssappen bevatten enzymen.
De enzymen zorgen ervoor dat de vertering sneller gaat.

Slide 21 - Tekstslide

Alles wat je eet en drinkt wordt door het darmkanaal voortgeduwd.
In de wand van het darmkanaal bevinden zich 2 soorten spieren:
- kringspieren
- lengtespieren

Deze spieren kunnen steeds samenknijpen.

Slide 22 - Tekstslide

Achter een brok voedsel knijpen de spieren samen.
Ze duwen het voedsel dan vooruit.

Dit noem je darmperistaltiek.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

2.3 Het verteringsstelsel
In veel plantaardige voedingsmiddelen zitten voedingsvezel. Dit zijn delen van de plant die je lichaam niet kan verteren.

Voedingsvezels helpen bij de darmperistaltiek.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Bespreken huiswerk:
- opdracht 1 t/m 6 (blz 86

Slide 27 - Tekstslide

De organen voor vertering

Slide 28 - Tekstslide

Dat was dan 
2.3'Het verteringsstelsel'

En dan nu herhalen 2.4 
De organen voor vertering

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel noemen
- Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Slide 30 - Tekstslide

Verteringsstelsel

Slide 31 - Tekstslide

Mondholte
De holte bij je mond

Gebit > kauwen
Speekselklieren > speeksel

Slide 32 - Tekstslide

Keelholte
Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken

Slide 33 - Tekstslide

Slokdarm
Door te slikken komt voedsel in de slokdarm

Neusholte wordt afgesloten met de huig
Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje

Slide 34 - Tekstslide

Maag
Door de peristaltiek van de slokdarm wordt voedsel naar de maag geduwd

Maagwand > kringspieren en lengtespieren
Maag kneed voedsel met maagsap

Maagportier > kringspier aan het eind van de maag

Slide 35 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Na het maagportier komt voedsel in de twaalfvingerige darm

Hier komen verteringssappen uit de lever en alvleesklier bij

Slide 36 - Tekstslide

Lever
De lever maakt gal

Gal komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel

Slide 37 - Tekstslide

Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleessap

Alvleessap komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel

Slide 38 - Tekstslide

Galblaas
Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas voor het naar de twaalfvingerige darm gaat

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!

Slide 39 - Tekstslide

Dunne darm
Ongeveer 6 meter lang
In de wand liggen darmsapklieren
Die maken darmsap

Slide 40 - Tekstslide

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 41 - Tekstslide

Dikke darm
De dunne darm sluit aan op de dikke darm
Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm
Water wordt opgenomen in het bloed

Anderhalve meter lang

Slide 42 - Tekstslide

Blinde darm
Vlak onder de overgang dunne darm - dikke darm ligt de blinde darm

Geen eigen functie bij de vertering
Aan de onderkant zit een uitstulping > appendix

Slide 43 - Tekstslide

Endeldarm
Ingedikte, onverteerde voedselresten gaan naar de endeldarm
Daar worden ze tijdelijk opgeslagen

Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: anus

Slide 44 - Tekstslide

Ontlasting
Als de kringspier zich ontspant, wordt de endeldarm geleegd


Slide 45 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
opdracht 1 t/m 5 van  2.4 (blz 93) 
(= huiswerk!)

Slide 46 - Tekstslide