Insight Unit 5, havo 4

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contents Unit 5:
noun prefixes with mis- and dis- (SB p. 57)
 First and second conditionals (SB p. 58, WB p. 112)
 three-part phrasal verbs (SB p. 60), synonyms (SB p. 62)
 modals of obligation, prohibition and permission (SB p. 63, WB 113)
 all vocab unit 5 (pink reader) AND know your irregular verbs!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I think I am prepared for the Unit 5 test:
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Unit 5: vocabulary

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I'll start easy. What is the meaning of the verb "to approve of something"
A
iets waarderen
B
akkoord gaan met iets
C
iets apporteren
D
ergens van balen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

And "to sentence somebody"?
A
iemand waarnemen
B
iemand beschrijven
C
iemand tot iets veroordelen
D
iemand tekenen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: "obligatory"
A
opzettelijk
B
verdacht
C
beproefd
D
verplicht

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: "overtreder"
(geen hoofdletter)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: "tegenspoed"

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: "kruimeldiefstal"

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Unit 5: three-part phrasal verbs - 
and some irregular verbs

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Translate (using the phrasal verb from the unit 5 list): "ruzie maken met iemand"

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate: "iets opbiechten"

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

live
put
get
put something
fall
up with
out with
round to
down to
up to

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 regular verbs

irregular verbs
throw
want
do
cook
give
teach
let
hatch
note
slice

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

How did you do on the vocab and verbs?
0100

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

 1st and 2nd conditionals 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You use the 1st conditional for ...
A
Facts and truths
B
Impossible/ unreal situations/ situations you can't change
C
Unlikely situations in the future
D
Likely/ possible situations

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the following 1st Conditional:
..... , I will do the dishes.
A
If you will walk the dog
B
If you had walked the dog
C
If you walk the dog
D
If you walked the dog

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finish the following 1st Conditional:
If you score well on the test, ...
A
I am going to buy you a cake.
B
I will buy you a cake.
C
I am buying a cake.
D
I buy a cake.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(1st Conditional)
If he _____ give an explanation, he ____ be in big trouble.
A
can - will
B
would't - will
C
had - wouldn't have
D
cannot - will

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What conditional is used in this sentence:

"You would buy an island if you won the jackpot."
A
1st conditional
B
quite unconditional
C
2nd conditional
D
sure fact

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

the 2nd conditional is used for
A
Improbable future situations
B
Possible and likely to happen situations
C
Facts and truths
D
Hypothetical past situations

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2nd conditional:
If I won the lottery, ___________
A
I will stop working
B
I shall stop working
C
I am going to stop working
D
I would stop working

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2nd conditional:

If Lotte and Milou..... (to run) daily, they .....(to be) fit.
A
run - are
B
ran - would be
C
run - would be
D
run - will be

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

If I hadn't gone to class today,
A
I will not be learning these conditionals now.
B
I would not be learning these conditionals now.
C
I would not have been learning these conditionals now.

Slide 27 - Quizvraag

Mixed (3rd+2nd)
Past event (3rd) + Unreal situation in present (2nd)
Write down the modal verbs you know (as studied in unit 5)

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which modal verbs show obligation?
A
have to
B
must
C
ought to
D
don't have to

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What modal verb(s) shows a prohibition?
A
need to
B
can't
C
mustn't
D
don't have to

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


MODAL VERBS: How sure is the verb?
moet!!
sterk aan te raden
Advies...
mogelijkheid
zou kunnen...
CAN
COULD
SHOULD
MUST
HAVE TO

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

First conditional
Second conditional
Modals of obligation
Modals of permission
Modals of prohibition
Modal that expresses that something is optional
Can - may
May not - mustn't - can't 
Must - have to 
They would get bored if they had to stay home that long.
Don't have to
If you study the verb tenses really hard, you will know them by heart and use them correctly.

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Final question! 
Use the prefixes mis- and dis-

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Add the word to the correct prefix to change to the opposite (tegenoverstelde) meaning (some are false)
DIS
MIS
happy
patient
visible
agree
possible
honest
appear
understood
communication
like
behaviour

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

How did you do?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What do you still need to do
at home to prepare for the test?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Good luck with your test week!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies