Herhaling Grammatica + Griekse goden

Herhaling Grammatica
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

3e persoon ev
3e persoon mv
Infinitivus
Alle werkwoorden op -ει
Alle werkwoorden op -ουσι(ν)
Alle werkwoorden op -ειν
ἐστι
εἰσὶν

Slide 2 - Sleepvraag

Werkwoorden
Werkwoorden op -ει                       3e persoon ev
Werkwoorden op -ουσι(ν)          3e persoon mv
Werkwoorden op -ειν                     Infinitivus
 
ἐστι         3e persoon ev ('hij/zij/het is')
εἰσιν       3e persoon mv ('zij zijn')
εἰναι       Infinitivus ('te zijn')

Slide 3 - Tekstslide

vrl
mnl
onz
nom.ev
nom.ev
nom.ev
acc.ev
acc.ev
acc.ev
nom.mv
nom.mv
nom.mv
acc.mv
acc.mv
acc.mv
a. κόρας
b. οἱ νεανίσκοι
c. ἔργα
d. ἡ λύπη
e. τὴν πέτραν
f. δόλον
g. τοὺς ἀδελφοὺς
h. τὸ πεδίον
i. αἱ θεαί
j. θρόνος

Slide 4 - Sleepvraag

mnl
vrl
onz
nom.ev
j. θρόνος
d. ἡ λύπη
h. τὸ πεδίον
acc.ev
f. δόλον
e. τὴν πέτραν  
h. τὸ πεδίον
nom.mv
b. οἱ νεανίσκοι
i. αἱ θεαί
c. ἔργα
acc.mv
g. τοὺς ἀδελφοὺς
a. κόρας
c. ἔργα

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3a
a. Woorden als νῦν, γὰρ en δὲ worden (1) partikels genoemd. Zij
zijn altijd het (2) tweede woord in de zin. Zij kunnen dus ook
tussen het (3) lidwoord en het (4) zelfstandig naamwoord staan.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 3b-c
  • οὐ/κατὰ   πεδίον
  • οὐκ/κατ᾽ργα
  • οὐχ/καθ᾽ λιος

  • ἐστί/εἰσί      πεδίον
  • ἐστίν/είσίν ργα/λιος


Slide 7 - Tekstslide

De Griekse goden - Stamboom

Slide 8 - Tekstslide

Ik ben de zus en vrouw van Kronos.
Ik heb met hem zes kinderen gekregen.
Een daarvan heb ik geholpen de macht over te nemen.

Slide 9 - Open vraag

Ik word vaak met mijn drietand gezien.
Aardbevingen, stormen en golven worden door mij veroorzaakt.

Slide 10 - Open vraag

Ik ben de jongste thuis.
Door mij bliksemt het.
Ik heb mijn vader van de troon gestoten.

Slide 11 - Open vraag

Ik ben de oudste thuis.
Door mij kunnen mensen zich van dieren onderscheiden.
De huiselijke haard is mijn terrein.

Slide 12 - Open vraag

Ik ben vaak in de onderwereld te vinden.
Ik had daar liever niet willen zijn.
Mijn driekoppige hond houdt me gezelschap.

Slide 13 - Open vraag

Ik ben de oppergodin.
Bij mij moet je zijn voor het huwelijk.
Mijn eigen man gaat vaak vreemd.

Slide 14 - Open vraag

Door mij zijn de mensen geen jagers en herders meer.
Ik word vaak met graan afgebeeld.
Ik zorg voor alles wat met landbouw te maken heeft.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal - Tekst 4 (ΖΕΥΣ)
Ὁ Κρόνος γαμεῖ τὴν Ῥέαν.
Ἡ δὲ Ῥέα τέκνα τίκτει, τρεῖς κόρας καὶ τρεῖς νεανίσκους.
Αἱ μὲν κόραι εἰσὶν Ἑστία καὶ Δημήτηρ καὶ Ἥρα, οἱ δὲ νεανίσκοι εἰσὶν Ἅιδης καὶ Ποσειδῶν καὶ Ζεύς.
Ὁ δὲ Ζεύς ἐστι νεώτατον τέκνον.


1  γαμεω            trouwen met                      τρεῖς                drie
2 τὸ τένον        kind                                       ὁ νεανίκος      jongen
   τίκτω              ter wereld brengen,       4 ἡ κόρη             meisje
                           voortbrengen                  5 νεώτατον        jongste
   
   


timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide