Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Argo thema 1-tekst 4
Thema 1 - tekst 4
Geef aan in welke naamval de naamwoorden uit tekst 4 staan en welke functie ze hebben.
Geef aan in welke vorm de werkwoordsvormen staan.
Beantwoord de vragen
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 1 - tekst 4
Geef aan in welke naamval de naamwoorden uit tekst 4 staan en welke functie ze hebben.
Geef aan in welke vorm de werkwoordsvormen staan.
Beantwoord de vragen
Slide 1 - Tekstslide
alinea 1
1 Ὁ Κρόνος γαμεῖ τὴν Ῥέαν. Ἡ δὲ Ῥέα τέκνα
τίκτει, τρεῖς κόρας καὶ τρεῖς νεανίσκους. Αἱ μὲν
κόραι εἰσὶν Ἑστία καὶ Δημήτηρ καὶ Ἥρα, οἱ
δὲ νεανίσκοι εἰσὶν Ἅιδης καὶ Ποσειδῶν καὶ Ζεύς.
5 Ὁ δὲ Ζεύς ἐστι νεώτατον τέκνον.
Slide 2 - Tekstslide
τὴν Ῥέαν (r. 1)
A
nom ev v
B
nom mv v
C
acc ev v
D
acc mv v
Slide 3 - Quizvraag
τέκνα (r. 1)
A
nom ev v
B
nom mv v
C
acc ev o
D
acc mv o
Slide 4 - Quizvraag
τίκτει
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 5 - Sleepvraag
τρεῖς κόρας καὶ τρεῖς νεανίσκους (r. 2)
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv
Slide 6 - Quizvraag
Αἱ κόραι (r. 2-3)
A
nom ev v
B
nom mv v
C
acc ev m
D
acc mv o
Slide 7 - Quizvraag
εἰσὶν
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 8 - Sleepvraag
οἱ νεανίσκοι (r. 3-4)
A
nom ev m
B
nom mvm
C
acc ev o
D
acc mv o
Slide 9 - Quizvraag
ἐστι
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 10 - Sleepvraag
νεώτατον τέκνον (r. 5)
A
nom ev o
B
nom mv v
C
acc ev m
D
acc mv m
Slide 11 - Quizvraag
alinea 2
Ὁ δὲ Κρόνος τὰ τέκνα ἔχθει· πιστεύει γάρ, ὅτι
εἷς αὐτῶν τὸν θρόνον ἀφαιρεῖν αὐτὸν μέλλει.
Ἀποκτείνειν δὲ τὰ τέκνα οὐκ ἔξεστιν· ἀθάνατοι
γάρ εἰσιν οἱ θεοί. Ποιεῖ οὖν οὕτως· ἕκαστον
10 τέκνον νεόγονον καταπίνει καὶ κατείργει εἰς
τὸν στόμαχον.
Slide 12 - Tekstslide
τὰ τέκνα (r. 6)
A
nom ev v
B
nom mv o
C
acc ev v
D
acc mv o
Slide 13 - Quizvraag
ἔχθει
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 14 - Sleepvraag
Ὁ δὲ Κρόνος τὰ τέκνα ἔχθει (r. 6):
Wat is hiervan de reden?
Slide 15 - Open vraag
τὸν θρόνον (r. 7)
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv
Slide 16 - Quizvraag
ἀφαιρεῖν
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 17 - Sleepvraag
μέλλει
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 18 - Sleepvraag
Ἀποκτείνειν
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 19 - Sleepvraag
τὰ τέκνα (r. 8)
A
nom ev v
B
nom mv o
C
acc ev m
D
acc mv o
Slide 20 - Quizvraag
εἰσὶν
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 21 - Sleepvraag
οἱ θεοί (r. 9)
A
nom ev m
B
nom mv m
C
acc ev o
D
acc mv m
Slide 22 - Quizvraag
τὸν στόμαχον (r. 11)
A
nom ev o
B
nom mv o
C
acc ev m
D
acc mv m
Slide 23 - Quizvraag
alinea 3
Τὴν δὲ Ῥέαν ἀεὶ ἡ λύπη τείρει. Τέλος δ᾽ ἡ θεὰ
δόλον ἐπινοεῖ. Τὸ γὰρ νεώτατον τέκνον κρύφα
τίκτει καὶ τὸν υἱὸν εἰς τὴν Κρήτην φέρει.
15 Ἐνταῦθα δ᾽ αἱ Νύμφαι τὸν νεανίσκον κρύφα
ἐκτρέφουσιν.
Slide 24 - Tekstslide
ἡ λύπη ( r. 12)
A
nom ev v
B
acc ev v
C
nom mv o
D
acc mv o
Slide 25 - Quizvraag
τείρει
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 26 - Sleepvraag
r. 12 Τὴν δὲ Ῥέαν ἀεὶ ἡ λύπη τείρει.
Een leerling vertaalt deze zin als volgt:
Rhea wordt altijd gekweld door verdriet.
Leg uit dat deze vertaling niet juist is. Gebruik bij je antwoord de termen , nominativus en accusativus.
Slide 27 - Tekstslide
Τὴν δὲ Ῥέαν ἀεὶ ἡ λύπη τείρει.
Rhea wordt altijd gekweld door verdriet.
Leg uit dat deze vertaling niet juist is.
Slide 28 - Open vraag
ἡ θεὰ ( r. 12)
A
nom ev v
B
acc ev v
C
nom mv o
D
acc mv o
Slide 29 - Quizvraag
δόλον ( r. 13)
A
nom ev o
B
acc ev o
C
nom ev m
D
acc ev m
Slide 30 - Quizvraag
τὸν υἱὸν ( r. 14)
A
nom ev o
B
acc ev o
C
nom ev m
D
acc ev m
Slide 31 - Quizvraag
τὴν Κρήτην (r.14)
A
nom ev v
B
acc ev v
C
nom mv v
D
acc mv v
Slide 32 - Quizvraag
φέρει
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 33 - Sleepvraag
αἱ Νύμφαι (r.15)
A
nom ev v
B
acc ev v
C
nom mv v
D
acc mv v
Slide 34 - Quizvraag
ἐκτρέφουσιν
infinitivus
persoonvorm ev
persoonvorm mv
Slide 35 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Argo thema 1-4
Oktober 2021
- Les met
31 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling Grammatica + Griekse goden
Oktober 2021
- Les met
17 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
ARGO Les 3 Nominativus en Accusativus
November 2023
- Les met
23 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
16 maart
Maart 2022
- Les met
30 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
ARGO Les 3 Nominativus en Accusativus
September 2023
- Les met
33 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
27 januari
Januari 2023
- Les met
28 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
23 maart
Maart 2022
- Les met
34 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
1 februari
Januari 2023
- Les met
30 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4